Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. voltooiing:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voltooiing de neerlandés a inglés

voltooiing:

voltooiing [de ~ (v)] sustantivo

  1. de voltooiing (completering)
    the completion; the fill up; the finishing
  2. de voltooiing (volbrenging)
    the completion

Translation Matrix for voltooiing:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
completion completering; volbrenging; voltooiing aanvulling; afbouw; afdoening; afhandeling; afronding; afwerking; completering; supplement; suppletie
fill up completering; voltooiing aanvulling; supplement; suppletie
finishing completering; voltooiing afbouw; afbouwen; afmaken; afwerken; afwerking; liquidatie; vernietiging
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fill up aanvullen; bijschenken; bijtanken; bijvullen; completeren; dichtgooien; gaten dichten; opvullen; stoppen; tanken; toevoegen; vol maken; volmaken; volplempen; volstorten; voltallig maken; vullen

Palabras relacionadas con "voltooiing":


Wiktionary: voltooiing

voltooiing
noun
  1. making complete; conclusion
  2. the act of accomplishing
  3. act of making real