Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. dekmantel:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de dekmantel de neerlandés a inglés

dekmantel:

dekmantel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de dekmantel
    the cover; the cloak; the front
    • cover [the ~] sustantivo
    • cloak [the ~] sustantivo
    • front [the ~] sustantivo
  2. de dekmantel (façade; schijn; voorkomen; masker)
    the disguise; the façade

Translation Matrix for dekmantel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cloak dekmantel cape; jas; mantel; overjas; schoudermantel
cover dekmantel afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
disguise dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen verkleding; vermomming
façade dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant
front dekmantel aangezicht; façade; front; frontlijn; gevechtslinie; gevel; pui; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorkant; voorkanten; voorste gedeelte; voorzijde; vuurlijn
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cover afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
disguise achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren; verstoppen; wegstoppen

Palabras relacionadas con "dekmantel":


Wiktionary: dekmantel


Cross Translation:
FromToVia
dekmantel pretext; excuse; plea prétexte — Cause simulée, supposée.