Interglot - drug: resultados en neerlandés e inglés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Neerlandés a inglés: más información...

drug:
- stimulant; drug; dope
Wiktionary:
- drug → drug
- drug → drug, dope, narcotic

Inglés a neerlandés: más información...

drug:
- geneesmiddel; remedie; medicijn; medicament; artsenijmiddel; middel; drug; genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel; dope; verslavend middel; bedwelmend middel
- bedwelmen; het bewustzijn doen verliezen
Wiktionary:
- drug → drug, geneesmiddel, medicijn
- drug → drogeren, narcotiseren
- drug → medicatie, drug, toxicum, narcoticum, verdovend middel, remedie, medium, middel, weg, artsenij, geneesmiddel, medicijn

Neerlandés

Traducciones detalladas de drug de neerlandés a inglés

drug:

drug [de ~ (m)] sustantivo

de drug (genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel)
the stimulant; the drug
- stimulant [the ~] sustantivo
- drug [the ~] sustantivo
de drug (verslavend middel; dope; bedwelmend middel)
the drug; the dope
- drug [the ~] sustantivo
- dope [the ~] sustantivo

Translation Matrix for drug:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
dope	bedwelmend middel; dope; drug; verslavend middel	dope; doping; drugs; langslaper; narcotica; pep; pepmiddel; slaapkop
drug	bedwelmend middel; dope; drug; genotmiddel; opwekkend middel; stimulerend middel; verslavend middel	artsenijmiddel; geneesmiddel; medicament; medicijn; middel; remedie
stimulant	drug; genotmiddel; opwekkend middel; stimulerend middel	aanmoediging; aansporing; animering; opwekking; prikkel; stimulans; stimulerend middel; stimulering
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
drug		bedwelmen; het bewustzijn doen verliezen

Palabras relacionadas con "drug":

drugs

Wiktionary: drug

drug

noun

stimulerend, verdovend of hallucinerend middel
- drug → drug

drug

noun

-
- drug → drug
psychoactive substance ingested for recreational use, especially illegal and addictive one
- drug → drug

Cross Translation:

From	To	Via
• drug	→ drug; dope	↔ Rauschgift — Sammelbezeichnung für Stoffe, die einen Rausch verursachen
• drug	→ drug; narcotic	↔ drogue — substance psychotrope

Traducciones relacionadas de drug

hard drug

Inglés

Traducciones detalladas de drug de inglés a neerlandés

drug:

drug [the ~] sustantivo

the drug (medicine; remedy; medication)
de geneesmiddel; de remedie; de medicijn; het medicament; artsenijmiddel; het middel
- geneesmiddel [de ~] sustantivo
- remedie [de ~ (v)] sustantivo
- medicijn [de ~] sustantivo
- medicament [het ~] sustantivo
- artsenijmiddel [znw.] sustantivo
- middel [het ~] sustantivo
the drug (stimulant)
de drug; het genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel
- drug [de ~ (m)] sustantivo
- genotmiddel [het ~] sustantivo
- stimulerend middel [znw.] sustantivo
- opwekkend middel [znw.] sustantivo
the drug (dope)
de dope; verslavend middel; de drug; bedwelmend middel
- dope [de ~ (m)] sustantivo
- verslavend middel [znw.] sustantivo
- drug [de ~ (m)] sustantivo
- bedwelmend middel [znw.] sustantivo

to drug verbo (drugs, drugged, drugging)

to drug (intoxicate; stun; stupefy; make someone drunk)
bedwelmen; het bewustzijn doen verliezen
- bedwelmen verbo (bedwelm, bedwelmt, bedwelmde, bedwelmden, bedwelmd)
- het bewustzijn doen verliezen verbo

Conjugaciones de drug:

present

drug
drug
drugs
drug
drug
drug

simple past

drugged
drugged
drugged
drugged
drugged
drugged

present perfect

have drugged
have drugged
has drugged
have drugged
have drugged
have drugged

past continuous

was drugging
were drugging
was drugging
were drugging
were drugging
were drugging

future

shall drug
will drug
will drug
shall drug
will drug
will drug

continuous present

am drugging
are drugging
is drugging
are drugging
are drugging
are drugging

subjunctive

be drugged
be drugged
be drugged
be drugged
be drugged
be drugged

diverse

drug!
let's drug!
drugged
drugging

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for drug:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
artsenijmiddel	drug; medication; medicine; remedy
bedwelmend middel	dope; drug
dope	dope; drug	dope; drugs; narcotics
drug	dope; drug; stimulant
geneesmiddel	drug; medication; medicine; remedy	medicament; medication; medicine
genotmiddel	drug; stimulant
medicament	drug; medication; medicine; remedy	medicament; medication; medicine
medicijn	drug; medication; medicine; remedy	medicament; medication; medicine
middel	drug; medication; medicine; remedy	middle; waist; waist-line
opwekkend middel	drug; stimulant
remedie	drug; medication; medicine; remedy
stimulerend middel	drug; stimulant	stimulant
verslavend middel	dope; drug
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
bedwelmen	drug; intoxicate; make someone drunk; stun; stupefy
het bewustzijn doen verliezen	drug; intoxicate; make someone drunk; stun; stupefy
-	do drugs; dose
Other	Traducciones relacionadas	Other Translations
-	LSD; lysergicacidiethylamid; medicine; pharmaceutical preparation

Palabras relacionadas con "drug":

drugs

Sinónimos de "drug":

agent
dose; medicate; medicine
do drugs; consume; ingest; take in; take; have

Definiciones relacionadas de "drug":

a substance that is used as a medicine or narcotic¹
administer a drug to¹
- They drugged the kidnapped tourist¹
use recreational drugs¹

Wiktionary: drug

drug

noun

-
- drug → drug
psychoactive substance ingested for recreational use, especially illegal and addictive one
- drug → drug

verb

to add intoxicating drugs to something
- drug → drogeren

drug

noun

stimulerend, verdovend of hallucinerend middel
- drug → drug
een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
- geneesmiddel; medicijn → drug; medicine

verb

(overgankelijk) onder narcose brengen
- narcotiseren → drug

Cross Translation:

From	To	Via
• drug	→ medicatie	↔ Medikament — Medizin, Pharmazie: ein Arzneimittel, das in bestimmter Dosierung zur Heilung, Vorbeugung oder Linderung einer Krankheit dient
• drug	→ drug	↔ Rauschgift — Sammelbezeichnung für Stoffe, die einen Rausch verursachen
• drug	→ toxicum; drug; narcoticum; verdovend middel	↔ drogue — substance psychotrope
• drug	→ remedie; medium; middel; weg; artsenij; geneesmiddel; medicijn	↔ remède — médecine\|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.

Resultados de drug en neerlandés e inglés

Traducciones detalladas de drug de neerlandés a inglés

drug:

drug [de ~ (m)] sustantivo

de drug (genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel)

de drug (verslavend middel; dope; bedwelmend middel)

Translation Matrix for drug:

Palabras relacionadas con "drug":

Wiktionary: drug

Traducciones relacionadas de drug

Traducciones detalladas de drug de inglés a neerlandés

drug:

drug [the ~] sustantivo

the drug (medicine; remedy; medication)

the drug (stimulant)

the drug (dope)

to drug verbo (drugs, drugged, drugging)

to drug (intoxicate; stun; stupefy; make someone drunk)

Conjugaciones de drug:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Translation Matrix for drug:

Palabras relacionadas con "drug":

Sinónimos de "drug":

Definiciones relacionadas de "drug":

Wiktionary: drug

Traducciones relacionadas de drug