Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/inglés ->Buscar: plusminus

Resultados de plusminus en neerlandés e inglés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a inglés: más información...

plusminus:
- approximately; about; roughly; round; around; globular; something like
Wiktionary:
- plusminus → round about, about

Neerlandés

Traducciones detalladas de plusminus de neerlandés a inglés

plusminus:

plusminus adv.

plusminus (ongeveer; ruwweg; omstreeks; circa; pakweg)
approximately; about; roughly; round; around; globular; something like
- approximately adv.
- about adj.
- roughly adv.
- round adj.
- around adv.
- globular adj.
- something like adj.

Translation Matrix for plusminus:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
around		buitenom
round		afstand; baan; baanvak; beurt; etappe; manche; moot; omgang; pad; ringetje; ronde; ronde doen; rondje; route; schijf; spelletje; tournee; traject; weg
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
round		omtrekken
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
globular	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg	bol; bolvormig; kogelrond; kogelvormig; rond; sferisch
Adverb	Traducciones relacionadas	Other Translations
approximately	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg	omtrent; ongeveer
around	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg	omheen; rondom
roughly	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
about	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg	aangaande; omtrent; ongeveer; zowat
round	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg	afgerond; bol; bolstaand; bolvormig; gecompleteerd; kogelrond; kogelvormig; om; omheen; omtrent; ongeveer; ringvormig; rond; rondom; sferisch
something like	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg

Wiktionary: plusminus

Cross Translation:

From	To	Via
• plusminus	→ round about; about	↔ rund — nicht genau bestimmt

Traducciones automáticas externas:

Inglés

Traducciones detalladas de plusminus de inglés a neerlandés

plusminus: ^{(*Aplicando el separador de palabras y frases)}

plus: plus; daarbovenop; en; plusteken; pluspunt
minus: min; minus; minteken

Traducciones automáticas externas:

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios