Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. vertederen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vertederen de neerlandés a inglés

vertederen:

vertederen verbo (verteder, vertedert, vertederde, vertederden, vertederd)

  1. vertederen
    to soften
    • soften verbo (softens, softened, softening)

Conjugaciones de vertederen:

o.t.t.
  1. verteder
  2. vertedert
  3. vertedert
  4. vertederen
  5. vertederen
  6. vertederen
o.v.t.
  1. vertederde
  2. vertederde
  3. vertederde
  4. vertederden
  5. vertederden
  6. vertederden
v.t.t.
  1. heb vertederd
  2. hebt vertederd
  3. heeft vertederd
  4. hebben vertederd
  5. hebben vertederd
  6. hebben vertederd
v.v.t.
  1. had vertederd
  2. had vertederd
  3. had vertederd
  4. hadden vertederd
  5. hadden vertederd
  6. hadden vertederd
o.t.t.t.
  1. zal vertederen
  2. zult vertederen
  3. zal vertederen
  4. zullen vertederen
  5. zullen vertederen
  6. zullen vertederen
o.v.t.t.
  1. zou vertederen
  2. zou vertederen
  3. zou vertederen
  4. zouden vertederen
  5. zouden vertederen
  6. zouden vertederen
diversen
  1. verteder!
  2. vertedert!
  3. vertederd
  4. vertederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vertederen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
soften vertederen lenigen; ontharden; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verweken; verzachten; week worden; zachtmaken

Wiktionary: vertederen

vertederen
verb
  1. teder stemmen