Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. uitmunten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitmunten de neerlandés a inglés

uitmunten:

uitmunten verbo (munt uit, muntte uit, muntten uit, uitgemunt)

  1. uitmunten (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; )
    to outshine
    • outshine verbo (outshines, outshone, outshining)

Conjugaciones de uitmunten:

o.t.t.
  1. munt uit
  2. munt uit
  3. munt uit
  4. munten uit
  5. munten uit
  6. munten uit
o.v.t.
  1. muntte uit
  2. muntte uit
  3. muntte uit
  4. muntten uit
  5. muntten uit
  6. muntten uit
v.t.t.
  1. heb uitgemunt
  2. hebt uitgemunt
  3. heeft uitgemunt
  4. hebben uitgemunt
  5. hebben uitgemunt
  6. hebben uitgemunt
v.v.t.
  1. had uitgemunt
  2. had uitgemunt
  3. had uitgemunt
  4. hadden uitgemunt
  5. hadden uitgemunt
  6. hadden uitgemunt
o.t.t.t.
  1. zal uitmunten
  2. zult uitmunten
  3. zal uitmunten
  4. zullen uitmunten
  5. zullen uitmunten
  6. zullen uitmunten
o.v.t.t.
  1. zou uitmunten
  2. zou uitmunten
  3. zou uitmunten
  4. zouden uitmunten
  5. zouden uitmunten
  6. zouden uitmunten
en verder
  1. ben uitgemunt
  2. bent uitgemunt
  3. is uitgemunt
  4. zijn uitgemunt
  5. zijn uitgemunt
  6. zijn uitgemunt
diversen
  1. munt uit!
  2. munt uit!
  3. uitgemunt
  4. uitmuntend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitmunten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
outshine excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken