Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. instemmen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de instemmen de neerlandés a inglés

instemmen:

instemmen verbo (stem in, stemt in, stemde in, stemden in, ingestemd)

  1. instemmen (akkoord gaan)
    to concede; to agree with; to grant; to allow; to yield; to permit; to give in
    • concede verbo (concedes, conceded, conceding)
    • agree with verbo (agrees with, agreed with, agreeing with)
    • grant verbo (grants, granted, granting)
    • allow verbo (allows, allowed, allowing)
    • yield verbo (yields, yielded, yielding)
    • permit verbo (permits, permitted, permitting)
    • give in verbo (gives in, gave in, giving in)
  2. instemmen (rugsteunen; bijvallen; steunen)
    to approve; to support; to agree; to back up; to shore
    • approve verbo (approves, approved, approving)
    • support verbo (supports, supported, supporting)
    • agree verbo (agrees, agreed, agreeing)
    • back up verbo (backs up, backed up, backing up)
    • shore verbo (shores, shored, shoring)
  3. instemmen (akkoord gaan met)
    to agree with; to agree to
    • agree with verbo (agrees with, agreed with, agreeing with)
    • agree to verbo (agrees to, agreed to, agreeing to)

Conjugaciones de instemmen:

o.t.t.
  1. stem in
  2. stemt in
  3. stemt in
  4. stemmen in
  5. stemmen in
  6. stemmen in
o.v.t.
  1. stemde in
  2. stemde in
  3. stemde in
  4. stemden in
  5. stemden in
  6. stemden in
v.t.t.
  1. heb ingestemd
  2. hebt ingestemd
  3. heeft ingestemd
  4. hebben ingestemd
  5. hebben ingestemd
  6. hebben ingestemd
v.v.t.
  1. had ingestemd
  2. had ingestemd
  3. had ingestemd
  4. hadden ingestemd
  5. hadden ingestemd
  6. hadden ingestemd
o.t.t.t.
  1. zal instemmen
  2. zult instemmen
  3. zal instemmen
  4. zullen instemmen
  5. zullen instemmen
  6. zullen instemmen
o.v.t.t.
  1. zou instemmen
  2. zou instemmen
  3. zou instemmen
  4. zouden instemmen
  5. zouden instemmen
  6. zouden instemmen
en verder
  1. is ingestemd
diversen
  1. stem in!
  2. stemt in!
  3. ingestemd
  4. instemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

instemmen [znw.] sustantivo

  1. instemmen
    the assenting; the approving

Translation Matrix for instemmen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
approving instemmen
assenting instemmen
grant beurs; stipendium; studiebeurs; studietoelage
permit entreebiljet; geleidebiljet; geleidebrief; kaart; kaartje; licentie; pas; pasje; paspoort; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs; vergunning; vrijbrief; vrijgeleide
shore kaai; kade; oever; schoor; schraag; vaste grond; wal; waterkant
support aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; staander; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet
yield baat; gewin; oogst; opbrengst; opbrengst van een gewas; product; profijt; rendement; rentabiliteit; uitkomst; voortbrengsel; winst
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
agree bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen accorderen; afspreken; bijvallen; congruent zijn; eens worden; gelijk geven; goed vinden; jaknikken; kloppen; knikken; overeenkomen; overeenstemmen; steunen; toestaan; toestemmen
agree to akkoord gaan met; instemmen toestemmen in
agree with akkoord gaan; akkoord gaan met; instemmen
allow akkoord gaan; instemmen autoriseren; dulden; duren; fiatteren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; veroorloven
approve bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen bijvallen; billijken; gelijk geven; goedkeuren; steunen
back up bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen assisteren; bijspringen; bijstaan; bijvallen; een back-up maken; gelijk geven; helpen; ondersteunen; seconderen; steunen; weldoen
concede akkoord gaan; instemmen dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen
give in akkoord gaan; instemmen capituleren; erop achteruitgaan; geld inleveren; opgeven; toegeven; zich over geven; zich overgeven
grant akkoord gaan; instemmen cadeau doen; cadeau geven; dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; ondervragen; overhoren; permitteren; schenken; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; uithoren; uitvragen; vergunnen; verhoren; verlenen
permit akkoord gaan; instemmen autoriseren; dulden; duren; fiatteren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; in staat stellen; inwilligen; laten; mogelijk maken; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; verlenen; veroorloven
shore bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen dragen; ondersteunen; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stutten
support bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijspringen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; meehelpen; met palen stutten; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stimuleren; stutten; van mening zijn; voorstaan
yield akkoord gaan; instemmen afstaan; overgeven
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
approving goedkeurend; instemmend; toestemmend
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
agree akkoord; in orde; mee eens
assenting goedkeurend; instemmend; toestemmend

Wiktionary: instemmen

instemmen
verb
  1. het eens zijn
instemmen
verb
  1. to express willingness

Cross Translation:
FromToVia
instemmen acquiesce acquiescersignaler son accord, répondre que l’on accepter la proposition de l’autre.

Traducciones relacionadas de instemmen