Resumen
Neerlandés a inglés: más información...
-
spot:
- irony; mockery; mock; mocking; sneering; scoffing; jeers; sneers; travesty; obloquy; scorn; joking; poke fun at; commercial; spot; television ad; jeering; gibes; derision; taunts; contumely; jeery words; sneering remarks; diatribe
- spotten:
- Wiktionary:
Inglés a neerlandés: más información...
- spot:
-
Wiktionary:
- spot → vlek, plek, puist, beetje, hap, plaats, spot, straler, reclamespot, ruimte, smet
- spot → opmerken, vinden, bemerken, lenen, matsen, bevlekken, vlek, maken, ontvlekken, spotten, detecteren
- spot → oord, merken, bemerken, opmerken, bespeuren, in de smiezen krijgen, in het oog krijgen, ontwaren, puistje, puist, pukkel, mee-eter, lokaliteit, ruimte, zetel, identificeren, vereenzelvigen, onderkennen, onderscheiden, onderscheid maken tussen, plaats, locatie, plek, aanleiding, dorp, stad, stadje, woonplaats, oog, punt, spikkel, stip, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, leggen, plaatsen, situeren, stationeren, vlek, smet, sproet, mop, vinden, bevinden, treffen, aantreffen
Neerlandés
Traducciones detalladas de spot de neerlandés a inglés
spot:
-
de spot (spotternij; bespotting; ironie; sarcasme; gespot)
-
de spot (spotternij; bespotting; sarcasme; smaad; gespot; ironie; aanfluiting; hoon)
-
de spot (reclamespot)
-
de spot (beschimping; belediging; schamp)
-
de spot (honende woorden; smaad; schimp)
the gibes; the derision; the taunts; the contumely; the jeery words; the sneering remarks; the diatribe -
de spot (hoon; ironie; bespotting; sarcasme; gespot; spotternij)
Translation Matrix for spot:
Palabras relacionadas con "spot":
spot forma de spotten:
-
spotten (de draak steken; bespotten)
Conjugaciones de spotten:
o.t.t.
- spot
- spot
- spot
- spotten
- spotten
- spotten
o.v.t.
- spotte
- spotte
- spotte
- spotten
- spotten
- spotten
v.t.t.
- heb gespot
- hebt gespot
- heeft gespot
- hebben gespot
- hebben gespot
- hebben gespot
v.v.t.
- had gespot
- had gespot
- had gespot
- hadden gespot
- hadden gespot
- hadden gespot
o.t.t.t.
- zal spotten
- zult spotten
- zal spotten
- zullen spotten
- zullen spotten
- zullen spotten
o.v.t.t.
- zou spotten
- zou spotten
- zou spotten
- zouden spotten
- zouden spotten
- zouden spotten
en verder
- ben gespot
- bent gespot
- is gespot
- zijn gespot
- zijn gespot
- zijn gespot
diversen
- spot!
- spott!
- gespot
- spottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for spotten:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
poke fun at | aanfluiting; bespotten; bespotting; draak steken met; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij | |
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
make fun of | bespotten; de draak steken; spotten | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen |
poke fun at | bespotten; de draak steken; spotten | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen |
ridicule | bespotten; de draak steken; spotten | belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; uitlachen |
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
ridicule | absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend; ridicuul |
Palabras relacionadas con "spotten":
Wiktionary: spotten
spotten
spotten
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spotten | → deride; mock; make fun of; jeer; jibe; scoff; taunt; boo; hoot | ↔ bafouer — traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux. |
Traducciones relacionadas de spot
Inglés
Traducciones detalladas de spot de inglés a neerlandés
spot:
Conjugaciones de spot:
present
- spot
- spot
- spots
- spot
- spot
- spot
simple past
- spotted
- spotted
- spotted
- spotted
- spotted
- spotted
present perfect
- have spotted
- have spotted
- has spotted
- have spotted
- have spotted
- have spotted
past continuous
- was spotting
- were spotting
- was spotting
- were spotting
- were spotting
- were spotting
future
- shall spot
- will spot
- will spot
- shall spot
- will spot
- will spot
continuous present
- am spotting
- are spotting
- is spotting
- are spotting
- are spotting
- are spotting
subjunctive
- be spotted
- be spotted
- be spotted
- be spotted
- be spotted
- be spotted
diverse
- spot!
- let's spot!
- spotted
- spotting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for spot:
Palabras relacionadas con "spot":
Sinónimos de "spot":
Definiciones relacionadas de "spot":
Wiktionary: spot
spot
Cross Translation:
noun
spot
-
stain
-
pimple, pustule
- spot → puist
-
a round or irregular patch of a different color
-
small amount
-
location or area
-
bright lamp; spotlight
-
a brief advertisement
- spot → spot; reclamespot
verb
-
iets of iemand zoeken en vinden
Cross Translation: