Neerlandés

Traducciones detalladas de effect de neerlandés a inglés

effect:

effect [het ~] sustantivo

  1. het effect (resultaat; gevolg)
    the result; the consequence; the effect
  2. het effect (uitwerking)
    the effect; the consequence

Translation Matrix for effect:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
consequence effect; gevolg; resultaat; uitwerking consequentie; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel
effect effect; gevolg; resultaat; uitwerking gevolg; inwerking; teweegbrengen; teweegbrenging
result effect; gevolg; resultaat afloop; climax; conclusie; consequentie; eindsom; gevolg; gevolgtrekking; hoogtepunt; rekenopgave; rekensom; resultaat; slotsom; uitkomst; uitvloeisel; voortvloeisel
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
effect bewerkstelligen; losmaken; realiseren; teweegbrengen; verwerkelijken; verwezenlijken
result voortvloeien uit

Palabras relacionadas con "effect":


Wiktionary: effect

effect
noun
  1. uitwerking
  2. waardepapier
effect
noun
  1. result of an action

Cross Translation:
FromToVia
effect effect; impression effet — Traductions à trier suivant le sens
effect impression; imprint; printing; printout; trace; track; spoor; trail; printed matter; air; aura; effect impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de effect



Inglés

Traducciones detalladas de effect de inglés a neerlandés

effect:

effect [the ~] sustantivo

  1. the effect (consequence)
    de uitwerking; het effect
  2. the effect (result; consequence)
    het resultaat; het effect; het gevolg
  3. the effect (bringing about)
    het gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging
  4. the effect (influence; action)
    de inwerking

to effect verbo (effects, effected, effecting)

  1. to effect (realize; bring about; realise)
    realiseren; bewerkstelligen; verwezenlijken; verwerkelijken
    • realiseren verbo (realiseer, realiseert, realiseerde, realiseerden, gerealiseerd)
    • bewerkstelligen verbo (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
    • verwezenlijken verbo (verwezenlijk, verwezenlijkt, verwezenlijkte, verwezenlijkten, verwezenlijkt)
    • verwerkelijken verbo (verwerkelijk, verwerkelijkt, verwerkelijkte, verwerkelijkten, verwerkelijkt)
  2. to effect (bring about; bring on; produce)
    teweegbrengen; losmaken
    • teweegbrengen verbo (breng teweeg, brengt teweeg, bracht teweeg, brachten teweeg, teweeggebracht)
    • losmaken verbo (maak los, maakt los, maakte los, maakten los, losgemaakt)

Conjugaciones de effect:

present
  1. effect
  2. effect
  3. effects
  4. effect
  5. effect
  6. effect
simple past
  1. effected
  2. effected
  3. effected
  4. effected
  5. effected
  6. effected
present perfect
  1. have effected
  2. have effected
  3. has effected
  4. have effected
  5. have effected
  6. have effected
past continuous
  1. was effecting
  2. were effecting
  3. was effecting
  4. were effecting
  5. were effecting
  6. were effecting
future
  1. shall effect
  2. will effect
  3. will effect
  4. shall effect
  5. will effect
  6. will effect
continuous present
  1. am effecting
  2. are effecting
  3. is effecting
  4. are effecting
  5. are effecting
  6. are effecting
subjunctive
  1. be effected
  2. be effected
  3. be effected
  4. be effected
  5. be effected
  6. be effected
diverse
  1. effect!
  2. let's effect!
  3. effected
  4. effecting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for effect:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
effect consequence; effect; result
gevolg bringing about; consequence; effect; result accepting; carrying out; consequence; court; court circle; court dignitaries; fruit; obeying; outcome; result; royal household
inwerking action; effect; influence
resultaat consequence; effect; result result
teweegbrengen bringing about; effect
teweegbrenging bringing about; effect
uitwerking consequence; effect
- burden; consequence; core; essence; event; force; gist; impression; issue; outcome; result; upshot
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bewerkstelligen bring about; effect; realise; realize accomplish; succeed
losmaken bring about; bring on; effect; produce get undone; let go; liberate; loose; loosen; pull out; release; set at liberty; set free; unlace; unpick; unpin; untie; work loose
realiseren bring about; effect; realise; realize contain; get to know; grasp; hold; realise; realize
resultaat arrive at; end up; lead to; result in; turn out; work out
teweegbrengen bring about; bring on; effect; produce bring about; bring on; cause; elicit
verwerkelijken bring about; effect; realise; realize
verwezenlijken bring about; effect; realise; realize
- effectuate; set up
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- bring about; execution; influence; result

Palabras relacionadas con "effect":


Sinónimos de "effect":


Definiciones relacionadas de "effect":

  1. an outward appearance1
    • she retained that bold effect in her reproductions of the original painting1
  2. (of a law) having legal validity1
    • the law is still in effect1
  3. an impression (especially one that is artificial or contrived)1
    • he just did it for effect1
  4. the central meaning or theme of a speech or literary work1
  5. a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon1
    • the magnetic effect was greater when the rod was lengthwise1
  6. a symptom caused by an illness or a drug1
    • the effects of sleep loss1
    • the effect of the anesthetic1
  7. produce1
  8. act so as to bring into existence1
    • effect a change1

Wiktionary: effect

effect
verb
  1. to make or bring about; to implement
noun
  1. result of an action
effect
noun
  1. uitwerking
verb
  1. veroorzaken

Cross Translation:
FromToVia
effect effectueren effektuieren — (transitiv) eine Zahlung leisten
effect effectueren effektuieren — (transitiv) einen Auftrag, Befehl, Plan oder ein Vorhaben ausführen
effect succes; welslagen; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel; afloop; resultaat; uitkomst; consequentie; eindresultaat aboutissement — Action d’aboutir.
effect effect; indruk effet — Traductions à trier suivant le sens
effect afdruk; spoor; voetspoor; drukwerk; belichting; effect; impressie; indruk impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.
effect reikwijdte; draagwijdte portée — Importance d’un raisonnement, d’une expression
effect afloop; gevolg; resultaat; uitkomst; uitslag; uitvloeisel; voortvloeisel résultat — Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de effect