Interglot - toestemming: resultados en neerlandés e inglés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a inglés: más información...

toestemming:
- permission; acceptance; allowance; admission; admittance; granting; access; authorization; authorisation; power of attorney; approval; mandate; fiat; authority; licence; power; license; consent; sanctioning
Wiktionary:
- toestemming → approval, consent, leave, allowance, permission
- toestemming → authorization, authorisation, clearance, empowerment, permission, leave, dispensation, license, licence, doctorate

Neerlandés

Traducciones detalladas de toestemming de neerlandés a inglés

toestemming:

toestemming [de ~ (v)] sustantivo

de toestemming (permissie; goedkeuring; akkoord; goedvinden; fiat)
the permission; the acceptance; the allowance; the admission; the admittance; the granting; the access
- permission [the ~] sustantivo
- acceptance [the ~] sustantivo
- allowance [the ~] sustantivo
- admission [the ~] sustantivo
- admittance [the ~] sustantivo
- granting [the ~] sustantivo
- access [the ~] sustantivo
de toestemming (autorisatie; machtiging; fiat)
the authorization; the authorisation
- authorization [the ~] sustantivo, americano
- authorisation [the ~] sustantivo, británico
de toestemming (machtiging; autorisatie; volmacht; fiat)
the authorization; the power of attorney; the approval; the mandate; the fiat; the authority; the licence; the power; the license; the authorisation
- authorization [the ~] sustantivo, americano
- power of attorney [the ~] sustantivo
- approval [the ~] sustantivo
- mandate [the ~] sustantivo
- fiat [the ~] sustantivo
- authority [the ~] sustantivo
- licence [the ~] sustantivo, británico
- power [the ~] sustantivo
- license [the ~] sustantivo, americano
- authorisation [the ~] sustantivo, británico
de toestemming (goedkeuring; accoord)
the approval; the consent; the sanctioning
- approval [the ~] sustantivo
- consent [the ~] sustantivo
- sanctioning [the ~] sustantivo
de toestemming
the permission
– Parental consent for a child to use a Windows Live service, view a website, or communicate with a person. ¹
- permission [the ~] sustantivo

Translation Matrix for toestemming:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
acceptance	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	aanvaarden; aanvaarding; acceptatie; accepteren; innerlijke aanvaarding
access	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	entree; ingang; inlaat; toegang; toegangsweg; toelating
admission	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	bekennen; confessie; entree; erkenning; ingang; inlaat; toegang; toegeving; toelating
admittance	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	entree; ingang; inlaat; toegang; toelating
allowance	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	aftrek; aftrekking; arbeidsloon; bezoldiging; deductie; gage; gunning; honorarium; licentie; loon; salaris; soldij; subsidie; tegemoetkoming; toelage; traktement; verdienste; vergunning; vermindering; wedde
approval	accoord; autorisatie; fiat; goedkeuring; machtiging; toestemming; volmacht	afspraak; akkoord; bijval; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; homologatie; instemming; overeenkomst; regeling; schikking
authorisation	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	bekrachtiging; bevestiging; ratificering
authority	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	autoriteit; bevoegd zijn; bevoegdheid; deskundige; expert; geven van volmacht; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; mandaat; procuratie; specialist; vakkundige; vergunning; vermogen; volmacht
authorization	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	autorisatie; bekrachtiging; bevestiging; ratificering
consent	accoord; goedkeuring; toestemming	afspraak; akkoord; believen; goeddunken; goedkeuring; instemming; jawoord; overeenkomst; regeling; schikking; welbevinden
fiat	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht
granting	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	afgifte; gegevensverstrekking; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
licence	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	brevet; certificaat; charter; diploma; licentie; oorkonde; rijbewijs; vergunning; vergunningsrecht; vrijbrief; vrijgeleide
license	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	brevet; certificaat; charter; diploma; licentie; oorkonde; rijbewijs; vergunning; vergunningsrecht; vrijbrief; vrijgeleide
mandate	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	bevelschrift; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
permission	akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming	afspraak; akkoord; bekrachtiging; goedkeuring; instemming; licentie; machtiging; overeenkomst; ratificering; regeling; schikking; vergunning
power	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; capaciteit; dynamiek; electrische stroom; energie; felheid; fiksheid; gezag; gezaghebbers; heerschappij; kracht; macht; mogendheden; mogendheid; sterkte; stroom; vermogen
power of attorney	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht	volmacht
sanctioning	accoord; goedkeuring; toestemming
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
access		toegang verkrijgen tot

Palabras relacionadas con "toestemming":

toestemmingen

Wiktionary: toestemming

toestemming

noun

een toezegging dat iets geoorloofd is
- toestemming → approval; consent

toestemming

noun

permission
- leave; approval → verlof; toestemming; instemming; permissie; goedkeuring
voluntary agreement
- consent → toestemming; instemming
a customary deduction from the gross weight of goods
- allowance → toestemming
authorisation
- permission → toestemming; toelating

Cross Translation:

From	To	Via
• toestemming	→ authorization; authorisation; clearance; empowerment; permission; leave; dispensation	↔ autorisation — action d’autoriser.
• toestemming	→ license; permission; leave; dispensation; licence; authorization; doctorate	↔ licence — permission.
• toestemming	→ permission; leave; dispensation	↔ permis — permission écrire.
• toestemming	→ permission	↔ permission — autorisation, action de permettre