Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. arbeidsplaats:
  2. Wiktionary:
    • arbeidsplaats → work


Neerlandés

Traducciones detalladas de arbeidsplaats de neerlandés a inglés

arbeidsplaats:

arbeidsplaats [de ~] sustantivo

  1. de arbeidsplaats
    the job
    • job [the ~] sustantivo

Translation Matrix for arbeidsplaats:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
job arbeidsplaats aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; contract; dienstbetrekking; functie; inspanning; installatie; job; karweitje; klusje; positie; taak; vak; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid

Palabras relacionadas con "arbeidsplaats":

  • arbeidsplaatsen

Wiktionary: arbeidsplaats

arbeidsplaats
noun
  1. place where one is employed