Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. oprukken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de oprukken de neerlandés a inglés

oprukken:

oprukken verbo (ruk op, rukt op, rukte op, rukten op, opgerukt)

  1. oprukken (opmarcheren)
    march on; to go onward; to advance

Conjugaciones de oprukken:

o.t.t.
  1. ruk op
  2. rukt op
  3. rukt op
  4. rukken op
  5. rukken op
  6. rukken op
o.v.t.
  1. rukte op
  2. rukte op
  3. rukte op
  4. rukten op
  5. rukten op
  6. rukten op
v.t.t.
  1. ben opgerukt
  2. bent opgerukt
  3. is opgerukt
  4. zijn opgerukt
  5. zijn opgerukt
  6. zijn opgerukt
v.v.t.
  1. was opgerukt
  2. was opgerukt
  3. was opgerukt
  4. waren opgerukt
  5. waren opgerukt
  6. waren opgerukt
o.t.t.t.
  1. zal oprukken
  2. zult oprukken
  3. zal oprukken
  4. zullen oprukken
  5. zullen oprukken
  6. zullen oprukken
o.v.t.t.
  1. zou oprukken
  2. zou oprukken
  3. zou oprukken
  4. zouden oprukken
  5. zouden oprukken
  6. zouden oprukken
diversen
  1. ruk op!
  2. rukt op!
  3. opgerukt
  4. oprukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oprukken [znw.] sustantivo

  1. oprukken
    the push forward

Translation Matrix for oprukken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
advance aantocht; avance; kasvoorschot; opmars; rijzing; toenadering; voorschot; voortgang
push forward oprukken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
advance opmarcheren; oprukken avanceren; bevorderd worden; bevorderen; duwen; helpen; hogerop komen; naar voren plaatsen; naderen; opschuiven; promoten; promoveren; tegemoetkomen; toenaderen; vervroegen; voorschieten; voorschuiven; vooruitschuiven; voorwaarts gaan; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken
go onward opmarcheren; oprukken
march on opmarcheren; oprukken
push forward duwen; opschuiven; voorschuiven; vooruitschuiven

Wiktionary: oprukken


Cross Translation:
FromToVia
oprukken advance; progress; precede avancerpousser en avant, porter en avant.