Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. heler:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de heler de neerlandés a inglés

heler:

heler [de ~ (m)] sustantivo

  1. de heler (handelaar in gestolen goederen)
    the receiver of stolen goods; the fence; the receiver

Translation Matrix for heler:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fence handelaar in gestolen goederen; heler afrastering; afscheiding; afschutting; hek; hekwerk; omheining; omrastering; rasterwerk; schutting
receiver handelaar in gestolen goederen; heler bewindvoerder; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; recipiënt; telefoon; telefoontoestel
receiver of stolen goods handelaar in gestolen goederen; heler
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fence afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen; schermen

Palabras relacionadas con "heler":

  • helers

Wiktionary: heler

heler
noun
  1. paganism: a healer
  2. person who heals