Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. troetel:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de troetelen de neerlandés a inglés

troetelen forma de troetel:

troetel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de troetel
    the darling; the pet
    • darling [the ~] sustantivo
    • pet [the ~] sustantivo

Translation Matrix for troetel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
darling troetel beminde; dot; duifje; engel; engeltje; favoriet; geliefde; gunsteling; hartekind; hartje; kindlief; lief persoon; liefje; liefste; lieve; lieveling; lievelingetje; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepje; snoes; troeteltje; vriendin
pet troetel gezelschapsdier; huisdier; lievelings huisdier; lievelingsdier; scharreltje; troeteldier; vriendinnetje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
pet knuffen; kozen

Palabras relacionadas con "troetel":



Wiktionary: troetelen

troetelen
verb
  1. iemand liefkozend knuffelen

Cross Translation:
FromToVia
troetelen cuddle; snuggle; nuzzle liebkosenstreicheln, zu jemanden zärtlich sein
troetelen coddle; pamper; pet; indulge; cherish choyersoigner quelqu’un avec tendresse, avec affection.
troetelen dote; coddle; pamper dorloter — soigner délicatement

Traducciones automáticas externas: