Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. vrije tijd:
  2. Vrije tijd:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for vrije tijd:
    • spare time, leisure


Neerlandés

Traducciones detalladas de vrije tijd de neerlandés a inglés

vrije tijd:

vrije tijd [znw.] sustantivo

  1. vrije tijd
    the free time; the time off
  2. vrije tijd
  3. vrije tijd (Vrije tijd)
    the Non-Working Time; the nonworking time
    – Time devoted to non-work activities. Out-of-office time. 1

Translation Matrix for vrije tijd:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Non-Working Time Vrije tijd; vrije tijd
free time vrije tijd
nonworking time Vrije tijd; vrije tijd
time off vrije tijd
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
leisure vrije tijd

Wiktionary: vrije tijd

vrije tijd
noun
  1. time free
  2. freedom provided

Cross Translation:
FromToVia
vrije tijd discharge; paying off; dismissal; lay-off; sack; spare time; time off; vacation; holiday; leave; leisure congépermission d’aller, de venir, de s’absenter, de se retirer.

Vrije tijd:

Vrije tijd

  1. Vrije tijd (vrije tijd)
    the Non-Working Time; the nonworking time
    – Time devoted to non-work activities. Out-of-office time. 1

Translation Matrix for Vrije tijd:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Non-Working Time Vrije tijd; vrije tijd
nonworking time Vrije tijd; vrije tijd

Traducciones relacionadas de vrije tijd