Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. aanhoren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanhoren de neerlandés a inglés

aanhoren:

aanhoren verbo (hoor aan, hoort aan, hoorde aan, hoorden aan, aangehoord)

  1. aanhoren (luisteren; toehoren)
    to listen; to listen to; to hear out
    • listen verbo (listens, listened, listening)
    • listen to verbo (listens to, listened to, listening to)
    • hear out verbo (hears out, heard out, hearing out)

Conjugaciones de aanhoren:

o.t.t.
  1. hoor aan
  2. hoort aan
  3. hoort aan
  4. horen aan
  5. horen aan
  6. horen aan
o.v.t.
  1. hoorde aan
  2. hoorde aan
  3. hoorde aan
  4. hoorden aan
  5. hoorden aan
  6. hoorden aan
v.t.t.
  1. heb aangehoord
  2. hebt aangehoord
  3. heeft aangehoord
  4. hebben aangehoord
  5. hebben aangehoord
  6. hebben aangehoord
v.v.t.
  1. had aangehoord
  2. had aangehoord
  3. had aangehoord
  4. hadden aangehoord
  5. hadden aangehoord
  6. hadden aangehoord
o.t.t.t.
  1. zal aanhoren
  2. zult aanhoren
  3. zal aanhoren
  4. zullen aanhoren
  5. zullen aanhoren
  6. zullen aanhoren
o.v.t.t.
  1. zou aanhoren
  2. zou aanhoren
  3. zou aanhoren
  4. zouden aanhoren
  5. zouden aanhoren
  6. zouden aanhoren
diversen
  1. hoor aan!
  2. hoort aan!
  3. aangehoord
  4. aanhorende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanhoren [znw.] sustantivo

  1. aanhoren
    the listening; the hearing; the listening to

Translation Matrix for aanhoren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
hearing aanhoren gehoorsafstand; gehoorzin; hearing; hoorbereik; hoorzitting; horen; luisteren; ondervraging; overhoring; verhoor; verhoring
listening aanhoren horen; luisteren
listening to aanhoren horen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hear out aanhoren; luisteren; toehoren
hearing afluisteren
listen aanhoren; luisteren; toehoren aandachtig luisteren; beluisteren; gehoorzamen; luisteren; opletten; toeluisteren
listen to aanhoren; luisteren; toehoren
listening afluisteren
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
listen hoor eens; luister eens

Wiktionary: aanhoren

aanhoren
verb
  1. horen naar iemand

Cross Translation:
FromToVia
aanhoren listen; listen to écouter — Faire attention, prêter l’oreille pour entendre.