Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
be able to cope
|
aankunnen; ertoe in staat zijn
|
|
be able to manage
|
aankunnen; ertoe in staat zijn
|
|
fit
|
|
convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
be a match for
|
aankunnen; opgewassen zijn tegen
|
|
be equal
|
aankunnen; ertoe in staat zijn
|
gelijkstaan
|
be up to
|
aankunnen; ertoe in staat zijn
|
|
fit
|
aankunnen; aanpassen
|
aanbrengen; aanleggen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met
|
hold one's own
|
aankunnen; het alleen zijn aankunnen
|
|
rely on
|
aankunnen; ervan op
|
|
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
fit
|
|
adequaat; arbeidsgeschikt; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; in staat te werken; juist; passend; valide
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
be a match for
|
|
bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen
|