Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. activa:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de activa de neerlandés a inglés

activa:

activa [de ~] sustantivo, plural

  1. de activa (tegoed; baten; bezit)
    the assets; the balance; the possessions; the property
  2. de activa
    the asset
    – Anything owned or controlled by a business, tangible or intangible, that has monetary value and was acquired at a measurable cost. 1
    • asset [the ~] sustantivo

Translation Matrix for activa:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
asset activa activum; pluspunt
assets activa; baten; bezit; tegoed bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
balance activa; baten; bezit; tegoed balans; bascule; equatie; evenwicht; evenwichtigheid; gelijkmaking; harmonie; overblijfsel; rekeningsaldo; rest; saldo; vereffening; waag; weegbrug; weeghuis; weegschaal
possessions activa; baten; bezit; tegoed
property activa; baten; bezit; tegoed bezit; bezittingen; eigendom; eigenschap; goederen; have; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
balance balanceren; in evenwicht brengen; uitbalanceren

Wiktionary: activa

activa
noun
  1. (boekhouding) de in geld uitgedrukte waarde die het geheel aan bezittingen van een onderneming vertegenwoordigt
activa
noun
  1. any property or object of value that one possesses
  2. something or someone of any value