Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. afdichten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afdichten de neerlandés a inglés

afdichten:

afdichten verbo (dicht af, dichtte af, dichtten af, afgedicht)

  1. afdichten (dichten)
    to seal; to isolate; to make cold-resistant
    • seal verbo (seals, sealed, sealing)
    • isolate verbo (isolates, isolated, isolating)
    • make cold-resistant verbo (makes cold-resistant, made cold-resistant, making cold-resistant)

Conjugaciones de afdichten:

o.t.t.
  1. dicht af
  2. dicht af
  3. dicht af
  4. dichten af
  5. dichten af
  6. dichten af
o.v.t.
  1. dichtte af
  2. dichtte af
  3. dichtte af
  4. dichtten af
  5. dichtten af
  6. dichtten af
v.t.t.
  1. heb afgedicht
  2. hebt afgedicht
  3. heeft afgedicht
  4. hebben afgedicht
  5. hebben afgedicht
  6. hebben afgedicht
v.v.t.
  1. had afgedicht
  2. had afgedicht
  3. had afgedicht
  4. hadden afgedicht
  5. hadden afgedicht
  6. hadden afgedicht
o.t.t.t.
  1. zal afdichten
  2. zult afdichten
  3. zal afdichten
  4. zullen afdichten
  5. zullen afdichten
  6. zullen afdichten
o.v.t.t.
  1. zou afdichten
  2. zou afdichten
  3. zou afdichten
  4. zouden afdichten
  5. zouden afdichten
  6. zouden afdichten
diversen
  1. dicht af!
  2. dicht af!
  3. afgedicht
  4. afdichtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afdichten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
seal ijk; ijkmerk; inktstempel; keur; plakzegel; rob; stempel; verzegeling; waarborg; zeehond; zeerob; zegel
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
isolate afdichten; dichten afscheiden; afsplitsen; afzijdig stellen; afzonderen; isoleren; koudebestendig maken
make cold-resistant afdichten; dichten isoleren; koudebestendig maken
seal afdichten; dichten bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; goedkeuren; homologeren; stempel zetten; stempelen; stoppen; van zegel voorzien; verzegelen

Traducciones automáticas externas: