Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. afkoppeling:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afkoppeling de neerlandés a inglés

afkoppeling:

afkoppeling [znw.] sustantivo

  1. afkoppeling (ontkoppeling; afhaken)
    the uncoupling; the disconnection; the unhooking; the disconnecting

Translation Matrix for afkoppeling:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
disconnecting afhaken; afkoppeling; ontkoppeling
disconnection afhaken; afkoppeling; ontkoppeling afkoppelen
uncoupling afhaken; afkoppeling; ontkoppeling afkoppelen
unhooking afhaken; afkoppeling; ontkoppeling

Traducciones automáticas externas: