Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. berekenend:
  2. berekenen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de berekenend de neerlandés a inglés

berekenend:

berekenend adj.

  1. berekenend (gewiekst; gehaaid)

Translation Matrix for berekenend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cunning arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; linkheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
calculating berekenend; gehaaid; gewiekst berekend; steeds op voordeel uit
cunning berekenend; gehaaid; gewiekst achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; obsceen; schuin; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vies; vunzig; zedeloos
dodgy berekenend; gehaaid; gewiekst
shrewd berekenend; gehaaid; gewiekst achterbaks; bij de pinken; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; leep; listig; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
sly berekenend; gehaaid; gewiekst achterbaks; arglistig; bij de pinken; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; leep; link; listig; loos; pesterig; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vrij; zonder taak

Sinónimos de "berekenend":


Antónimos de "berekenend":


Definiciones relacionadas de "berekenend":

  1. doen waar je het meeste voordeel van hebt1
    • Ahmed lijkt zo aardig, maar hij is erg berekenend1

berekenend forma de berekenen:

berekenen verbo (bereken, berekent, berekende, berekenden, berekend)

  1. berekenen (schatten; ramen)
    to calculate; to estimate; to compute; to figure out
    • calculate verbo (calculates, calculated, calculating)
    • estimate verbo (estimates, estimated, estimating)
    • compute verbo (computes, computed, computing)
    • figure out verbo (figures out, figured out, figuring out)
  2. berekenen (begroten)
    to calculate; to estimate
    • calculate verbo (calculates, calculated, calculating)
    • estimate verbo (estimates, estimated, estimating)
  3. berekenen (uitrekenen; becijferen; uitwerken; calculeren)
    to calculate; to draw up; to figure out
    • calculate verbo (calculates, calculated, calculating)
    • draw up verbo (draws up, drew up, drawing up)
    • figure out verbo (figures out, figured out, figuring out)
    to value
    – fix or determine the value of; assign a value to 2
    • value verbo (values, valued, valueing)
      • value the jewelry and art work in the estate2

Conjugaciones de berekenen:

o.t.t.
  1. bereken
  2. berekent
  3. berekent
  4. berekenen
  5. berekenen
  6. berekenen
o.v.t.
  1. berekende
  2. berekende
  3. berekende
  4. berekenden
  5. berekenden
  6. berekenden
v.t.t.
  1. heb berekend
  2. hebt berekend
  3. heeft berekend
  4. hebben berekend
  5. hebben berekend
  6. hebben berekend
v.v.t.
  1. had berekend
  2. had berekend
  3. had berekend
  4. hadden berekend
  5. hadden berekend
  6. hadden berekend
o.t.t.t.
  1. zal berekenen
  2. zult berekenen
  3. zal berekenen
  4. zullen berekenen
  5. zullen berekenen
  6. zullen berekenen
o.v.t.t.
  1. zou berekenen
  2. zou berekenen
  3. zou berekenen
  4. zouden berekenen
  5. zouden berekenen
  6. zouden berekenen
diversen
  1. bereken!
  2. berekent!
  3. berekend
  4. berekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for berekenen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
draw up opmaken; opstellen; redigeren
estimate becijfering; berekening; calculatie; gissing; inschatting; offerte; prijsopgave; raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
value belang; besturing; betekenis; gedrag; herleidingskoers; houding; koers; leiding; nut; plan; rijrichting; valuta; waarde; wisselkoers; zin
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
calculate becijferen; begroten; berekenen; calculeren; ramen; schatten; uitrekenen; uitwerken afwegen; begroten; bepalen; incalculeren; inschatten; ramen; rekenen; rekening houden met; schatten
compute berekenen; ramen; schatten begroten; preciseren; ramen; schatten; uitwerken
draw up becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken lichten; naar boven trekken; omhoog rukken; omhoog trekken; omhoogrukken; preciseren; uitwerken
estimate begroten; berekenen; ramen; schatten afwegen; begroten; bepalen; beramen; gissen; gissing maken; inschatten; raden; ramen; schatten; taxeren
figure out becijferen; berekenen; calculeren; ramen; schatten; uitrekenen; uitwerken uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen
value becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken
- uitrekenen

Sinónimos de "berekenen":


Definiciones relacionadas de "berekenen":

  1. iets aan de weet komen door te rekenen1
    • heb je berekend hoe duur onze reis wordt?1
  2. het laten betalen1
    • Ahmed berekende mij alle kosten1

Wiktionary: berekenen

berekenen
verb
  1. door rekenen iets bepalen
berekenen
verb
  1. to solve a problem
  2. reckon or calculate
  3. (transitive) to determine value

Cross Translation:
FromToVia
berekenen calculate; count; figure; work out; account; number; reckon; tally; add up calculerdéterminer un nombre au moyen d’un calcul, de calculs.
berekenen calculate; count; figure; work out; account; number; reckon; tally; add up compterdéterminer (une quantité, un nombre), plus particulièrement par un dénombrement, sinon par un calcul.