Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de beschenen de neerlandés a inglés

beschenen:


beschenen forma de beschijnen:

beschijnen verbo (beschijn, beschijnt, bescheen, beschenen, beschenen)

  1. beschijnen (verlichten)
    to lighten; to light up; to light; to shine on; to shine upon; to shine
    • lighten verbo (lightens, lightened, lightening)
    • light up verbo (lights up, lit up, lighting up)
    • light verbo (lights, lit, lighting)
    • shine on verbo (shines on, shined on, shining on)
    • shine upon verbo (shines upon, shined upon, shining upon)
    • shine verbo (shines, shined, shining)

Conjugaciones de beschijnen:

o.t.t.
  1. beschijn
  2. beschijnt
  3. beschijnt
  4. beschijnen
  5. beschijnen
  6. beschijnen
o.v.t.
  1. bescheen
  2. bescheen
  3. bescheen
  4. beschenen
  5. beschenen
  6. beschenen
v.t.t.
  1. heb beschenen
  2. hebt beschenen
  3. heeft beschenen
  4. hebben beschenen
  5. hebben beschenen
  6. hebben beschenen
v.v.t.
  1. had beschenen
  2. had beschenen
  3. had beschenen
  4. hadden beschenen
  5. hadden beschenen
  6. hadden beschenen
o.t.t.t.
  1. zal beschijnen
  2. zult beschijnen
  3. zal beschijnen
  4. zullen beschijnen
  5. zullen beschijnen
  6. zullen beschijnen
o.v.t.t.
  1. zou beschijnen
  2. zou beschijnen
  3. zou beschijnen
  4. zouden beschijnen
  5. zouden beschijnen
  6. zouden beschijnen
diversen
  1. beschijn!
  2. beschijnt!
  3. beschenen
  4. beschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beschijnen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
light lichtje
shine flakkering; flikkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; glans; glanzen; glimmen; glinstering; gloed; licht verspreiden; schijn; schijnen; schijnsel; schittering; straling
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
light beschijnen; verlichten aandoen; aanmaken; aansteken; aanstrijken; aanzetten; doen branden; doen ontvlammen; inschakelen; licht aansteken; lichter worden van kleur; ontsteken; oplichten; starten; vuur maken; vuurmaken
light up beschijnen; verlichten aansteken; aanstrijken; doen ontvlammen; lichter worden van kleur; oplichten
lighten beschijnen; verlichten bliksemen; flitsen; lichten; lichter worden van kleur; oplichten; weerlichten
shine beschijnen; verlichten blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; glunderen; iets uitstralen; licht geven; licht schijnen; licht uitzenden; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen
shine on beschijnen; verlichten
shine upon beschijnen; verlichten
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
light licht; lichtwegend; loszinnig; niet donker; vederlicht