Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. boom:
  2. bomen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de boom de neerlandés a inglés

boom:

boom [de ~ (m)] sustantivo

  1. de boom
    – plant met stevige stam waaraan takken groeien 1
    the tree
    – a tall perennial woody plant having a main trunk and branches forming a distinct elevated crown; includes both gymnosperms and angiosperms 2
    • tree [the ~] sustantivo
  2. de boom
    the tree
    • tree [the ~] sustantivo

Translation Matrix for boom:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tree boom structuur

Palabras relacionadas con "boom":


Definiciones relacionadas de "boom":

  1. plant met stevige stam waaraan takken groeien1
    • in onze tuin staat een hoge boom1

Wiktionary: boom

boom
noun
  1. long and slender object
  2. large woody plant

Cross Translation:
FromToVia
boom boom Baumwaagerechte Stange am Ende (meist unteren) eines Segels
boom boom BoomWirtschaft: plötzliche Aufschwungsphase
boom tree arbre — Grand végétal

bomen:

bomen verbo (boom, boomt, boomde, boomden, geboomd)

  1. bomen (kletsen)
    to chat; have a good long talk
  2. bomen (een boom opzetten)
    to have a chat
    • have a chat verbo (has a chat, had a chat, having a chat)

Conjugaciones de bomen:

o.t.t.
  1. boom
  2. boomt
  3. boomt
  4. bomen
  5. bomen
  6. bomen
o.v.t.
  1. boomde
  2. boomde
  3. boomde
  4. boomden
  5. boomden
  6. boomden
v.t.t.
  1. heb geboomd
  2. hebt geboomd
  3. heeft geboomd
  4. hebben geboomd
  5. hebben geboomd
  6. hebben geboomd
v.v.t.
  1. had geboomd
  2. had geboomd
  3. had geboomd
  4. hadden geboomd
  5. hadden geboomd
  6. hadden geboomd
o.t.t.t.
  1. zal bomen
  2. zult bomen
  3. zal bomen
  4. zullen bomen
  5. zullen bomen
  6. zullen bomen
o.v.t.t.
  1. zou bomen
  2. zou bomen
  3. zou bomen
  4. zouden bomen
  5. zouden bomen
  6. zouden bomen
diversen
  1. boom!
  2. boomt!
  3. geboomd
  4. bomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bomen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
chat babbeltje; causerie; chat; chatgesprek; gebabbel; gekeuvel; gesprek; kout; mondeling onderhoud; praat; praatje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
chat bomen; kletsen babbelen; chatten; kakelen; keuvelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; leuteren; lullen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
have a chat bomen; een boom opzetten kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
have a good long talk bomen; kletsen

Palabras relacionadas con "bomen":


Wiktionary: bomen

bomen
verb
  1. langdurig en uitgebreid praten over minder belangrijke zaken

Traducciones relacionadas de boom