Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. bosrijk:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bosrijk de neerlandés a inglés

bosrijk:

bosrijk adj.

  1. bosrijk (bebost; boomrijk; houtrijk)

Translation Matrix for bosrijk:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
overgrown bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk begroeid; dichtgegroeid; doorgroeid; overgroeid
wooded bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk begroeid
woody bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk bosachtig
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
afforested bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk
grown over bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk begroeid; dichtgegroeid; overgroeid

Palabras relacionadas con "bosrijk":

  • bosrijker, bosrijkere, bosrijke