Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. datum:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de datum de neerlandés a inglés

datum:

datum [de ~ (m)] sustantivo

  1. de datum (dagtekening)
    the date
    • date [the ~] sustantivo

Translation Matrix for datum:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
date dagtekening; datum afgesproken ontmoeting; afspraak; dadel; jaartal; liaison; tijdstip
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
date dagtekenen; dateren; omgaan met; verkeren

Palabras relacionadas con "datum":

  • datums

Definiciones relacionadas de "datum":

  1. dag, maand en jaar1
    • de datum op dat pak melk is al verlopen1

Wiktionary: datum

datum
noun
  1. een tijdsaanduiding die bestaant uit een dag(nummer), een maand en een jaar
datum
noun
  1. point of time at which a transaction or event takes place
  2. that which specifies the time of writing, inscription etc.

Cross Translation:
FromToVia
datum date dateindication du temps où une lettre écrire, où un acte passer, etc.

Traducciones relacionadas de datum