Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. doorzetten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de doorzetten de neerlandés a inglés

doorzetten:

doorzetten verbo (zet door, zette door, zetten door, doorgezet)

  1. doorzetten (volharden; volhouden; standhouden; doorgaan)
    to persist; to persevere; hold on; to keep on; to keep up
    • persist verbo (persists, persisted, persisting)
    • persevere verbo (perseveres, persevered, persevering)
    • hold on verbo
    • keep on verbo (keeps on, kept on, keeping on)
    • keep up verbo (keeps up, kept up, keeping up)
  2. doorzetten (doordouwen)
    to persevere; to persist
    • persevere verbo (perseveres, persevered, persevering)
    • persist verbo (persists, persisted, persisting)

Conjugaciones de doorzetten:

o.t.t.
  1. zet door
  2. zet door
  3. zet door
  4. zetten door
  5. zetten door
  6. zetten door
o.v.t.
  1. zette door
  2. zette door
  3. zette door
  4. zetten door
  5. zetten door
  6. zetten door
v.t.t.
  1. heb doorgezet
  2. hebt doorgezet
  3. heeft doorgezet
  4. hebben doorgezet
  5. hebben doorgezet
  6. hebben doorgezet
v.v.t.
  1. had doorgezet
  2. had doorgezet
  3. had doorgezet
  4. hadden doorgezet
  5. hadden doorgezet
  6. hadden doorgezet
o.t.t.t.
  1. zal doorzetten
  2. zult doorzetten
  3. zal doorzetten
  4. zullen doorzetten
  5. zullen doorzetten
  6. zullen doorzetten
o.v.t.t.
  1. zou doorzetten
  2. zou doorzetten
  3. zou doorzetten
  4. zouden doorzetten
  5. zouden doorzetten
  6. zouden doorzetten
en verder
  1. is doorgezet
  2. zijn doorgezet
diversen
  1. zet door!
  2. zet door!
  3. doorgezet
  4. doorzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorzetten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
keep up in goede staat houden; onderhoud
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hold on doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden aanhouden; blijven hangen; continueren; doorgaan; vast blijven hangen; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
keep on doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden aandringen; aanhouden; aanlaten; continueren; doorgaan; etteren; griepen; klieren; op iets aandringen; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten; zeiken
keep up doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden aanhouden; behouden; conserveren; continueren; doorgaan; hooghouden; in de hoogte houden; in stand houden; instandhouden; omhooghouden; onderhouden; ophouden; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
persevere doordouwen; doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden
persist doordouwen; doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden aandringen; aanhouden; continueren; doorgaan; doorstaan; dragen; dulden; harden; op iets aandringen; uithouden; uitzingen; verdergaan; verdragen; verduren; vervolgen; volhouden; voortbestaan; voortduren; voortgaan; voortzetten