Neerlandés
Traducciones detalladas de eigenwijs de neerlandés a inglés
eigenwijs:
-
eigenwijs (eigengereid; eigenzinnig)
-
eigenwijs (eigenzinnig; hardhoofdig)
headstrong; obstinate; pig-headed; stubborn-
headstrong adj.
-
obstinate adj.
-
pig-headed adj.
-
stubborn adj.
-
Translation Matrix for eigenwijs:
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
headstrong | eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig | bokkig; dwars; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; weerbarstig; weerspannig |
obstinate | eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig | bokkig; dwars; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig |
stubborn | eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig | bokkig; dwars; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; weerbarstig; weerspannig |
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
pig-headed | eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig | bokkig; dwars; hardleers; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig |