Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. fourneren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de fourneren de neerlandés a inglés

fourneren:

fourneren verbo (fourneer, fourneert, fourneerde, fourneerden, gefourneerd)

  1. fourneren
    to provide
    – give something useful or necessary to 1
    • provide verbo (provides, provided, providing)
      • We provided the room with an electrical heater1
    to furnish
    • furnish verbo (furnishes, furnished, furnishing)

Conjugaciones de fourneren:

o.t.t.
  1. fourneer
  2. fourneert
  3. fourneert
  4. fourneren
  5. fourneren
  6. fourneren
o.v.t.
  1. fourneerde
  2. fourneerde
  3. fourneerde
  4. fourneerden
  5. fourneerden
  6. fourneerden
v.t.t.
  1. heb gefourneerd
  2. hebt gefourneerd
  3. heeft gefourneerd
  4. hebben gefourneerd
  5. hebben gefourneerd
  6. hebben gefourneerd
v.v.t.
  1. had gefourneerd
  2. had gefourneerd
  3. had gefourneerd
  4. hadden gefourneerd
  5. hadden gefourneerd
  6. hadden gefourneerd
o.t.t.t.
  1. zal fourneren
  2. zult fourneren
  3. zal fourneren
  4. zullen fourneren
  5. zullen fourneren
  6. zullen fourneren
o.v.t.t.
  1. zou fourneren
  2. zou fourneren
  3. zou fourneren
  4. zouden fourneren
  5. zouden fourneren
  6. zouden fourneren
en verder
  1. is gefourneerd
  2. zijn gefourneerd
diversen
  1. fourneer!
  2. fourneert!
  3. gefourneerd
  4. fourenerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for fourneren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
furnish fourneren aanleveren; afleveren; bekleden; bestellen; bezorgen; brengen; inrichten; leveren; meubileren; optooien; overhandigen; overtrekken; rondbrengen; stofferen; thuisbezorgen; toeleveren; van bekleding voorzien; verschaffen; verstrekken; zich uitdossen; zich uitmonsteren
provide fourneren aanleveren; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; leveren; overhandigen; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toeleveren; verlenen; verschaffen; verstrekken