Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. gaar koken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gaar koken de neerlandés a inglés

gaar koken:

gaar koken verbo (kook gaar, kookt gaar, kookte gaar, kookten gaar, gaar gekookd)

  1. gaar koken
    to cook
    • cook verbo (cooks, cooked, cooking)

Conjugaciones de gaar koken:

o.t.t.
  1. kook gaar
  2. kookt gaar
  3. kookt gaar
  4. koken gaar
  5. koken gaar
  6. koken gaar
o.v.t.
  1. kookte gaar
  2. kookte gaar
  3. kookte gaar
  4. kookten gaar
  5. kookten gaar
  6. kookten gaar
v.t.t.
  1. heb gaar gekookd
  2. hebt gaar gekookd
  3. heeft gaar gekookd
  4. hebben gaar gekookd
  5. hebben gaar gekookd
  6. hebben gaar gekookd
v.v.t.
  1. had gaar gekookd
  2. had gaar gekookd
  3. had gaar gekookd
  4. hadden gaar gekookd
  5. hadden gaar gekookd
  6. hadden gaar gekookd
o.t.t.t.
  1. zal gaar koken
  2. zult gaar koken
  3. zal gaar koken
  4. zullen gaar koken
  5. zullen gaar koken
  6. zullen gaar koken
o.v.t.t.
  1. zou gaar koken
  2. zou gaar koken
  3. zou gaar koken
  4. zouden gaar koken
  5. zouden gaar koken
  6. zouden gaar koken
en verder
  1. is gaar gekookd
  2. zijn gaar gekookd
diversen
  1. kook gaar!
  2. kookt gaar!
  3. gaar gekookd
  4. gaar kokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gaar koken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cook keukenmeester; keukenmeid; keukenprinses; kok; kokkie; kookster; meid
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cook gaar koken bereiden; brouwen; eten bereiden; iets toebereiden; klaarmaken; koken; koken van woede; kokkerellen; prepareren; zieden

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de gaar koken