Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. geruisloos:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de geruisloos de neerlandés a inglés

geruisloos:

geruisloos adj.

  1. geruisloos (geluidloos; ongezien; stil; )
    quietly; softly
    – with low volume 1
    • quietly adv.
      • she spoke quietly to the child1
    • softly adv.
      • speak softly but carry a big stick1
      • the radio was playing softly1

Translation Matrix for geruisloos:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
unobserved geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes onopgemerkt
unperceived geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes onopgemerkt
unseen geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes onopgemerkt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
quietly geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes aan; vredig; vreedzaam
silently geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
softly geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
surreptitiously geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes

Palabras relacionadas con "geruisloos":

  • geruisloosheid

Wiktionary: geruisloos

geruisloos
adjective
  1. with little sound

Traducciones automáticas externas: