Neerlandés

Traducciones detalladas de heruitzenden de neerlandés a inglés

heruitzenden:

heruitzenden verbo (heruitzend, heruitzendt, heruitzond, heruitzonden, heruitgezonden)

  1. heruitzenden
    to rebroadcast
    • rebroadcast verbo (rebroadcasts, rebroadcasted, rebroadcasting)

Conjugaciones de heruitzenden:

o.t.t.
  1. heruitzend
  2. heruitzendt
  3. heruitzendt
  4. heruitzenden
  5. heruitzenden
  6. heruitzenden
o.v.t.
  1. heruitzond
  2. heruitzond
  3. heruitzond
  4. heruitzonden
  5. heruitzonden
  6. heruitzonden
v.t.t.
  1. heb heruitgezonden
  2. hebt heruitgezonden
  3. heeft heruitgezonden
  4. hebben heruitgezonden
  5. hebben heruitgezonden
  6. hebben heruitgezonden
v.v.t.
  1. had heruitgezonden
  2. had heruitgezonden
  3. had heruitgezonden
  4. hadden heruitgezonden
  5. hadden heruitgezonden
  6. hadden heruitgezonden
o.t.t.t.
  1. zal heruitzenden
  2. zult heruitzenden
  3. zal heruitzenden
  4. zullen heruitzenden
  5. zullen heruitzenden
  6. zullen heruitzenden
o.v.t.t.
  1. zou heruitzenden
  2. zou heruitzenden
  3. zou heruitzenden
  4. zouden heruitzenden
  5. zouden heruitzenden
  6. zouden heruitzenden
en verder
  1. is heruitgezonden
  2. zijn heruitgezonden
diversen
  1. heruitzend!
  2. heruitzendt!
  3. heruitgezonden
  4. heruitzendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for heruitzenden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
rebroadcast herhaling; heruitzending
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
rebroadcast heruitzenden