Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. hufter:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hufter de neerlandés a inglés

hufter:

hufter [de ~ (m)] sustantivo

  1. de hufter (klootzak)
    the duffer; the dolt; the lout
    • duffer [the ~] sustantivo
    • dolt [the ~] sustantivo
    • lout [the ~] sustantivo

Translation Matrix for hufter:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dolt hufter; klootzak dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; klooi; kuiken; leeghoofdje; lomperik; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; schlemiel; slemiel; slungel; sufferdje; sukkel; uil; watje
duffer hufter; klootzak dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; drommel; druiloor; druiloortje; idioot; kalfskop; klooi; leeghoofdje; lomperik; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stakker; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sufferdje; sukkel; sul; zielenpiet
lout hufter; klootzak boerenkinkel; hork; kinkel; lomperd; lummel; proleet; pummel; vlegel

Palabras relacionadas con "hufter":


Wiktionary: hufter

hufter
noun
  1. man die zich lomp, onbehouwen en/of aanstootgevend gedraagt
hufter
noun
  1. mean or rude person
  2. unsophisticated person

Traducciones automáticas externas: