Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. ijzen:
  2. ijs:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ijzen de neerlandés a inglés

ijzen:

ijzen verbo

  1. ijzen (door afgrijzen bevangen worden; verstijven)
    be caught by horror; to shudder; to shiver

Translation Matrix for ijzen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
shiver bibberen; huivering; rillen; rilling; siddering
shudder beving; bibberen; gebeef; huivering; rillen; rilling; siddering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
be caught by horror door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven
shiver door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven beven; bibberen; griezelen; gruwen; huiveren; klappertanden; kleumen; koulijden; rillen; schudden; trillen; vibreren
shudder door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven beven; bibberen; griezelen; gruwelen; gruwen; huiveren; rillen; sidderen; trillen; vibreren

Palabras relacionadas con "ijzen":


Wiktionary: ijzen

ijzen
verb
  1. een gevoel van koude ervaren van schrik of angst

ijs:

ijs [het ~] sustantivo

  1. het ijs (bevroren water)
    – bevroren water 1
    the ice
    – water frozen in the solid state 2
    • ice [the ~] sustantivo
      • Americans like ice in their drinks2
  2. het ijs (ijsje; roomijs; consumptie-ijs)
    – bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. 1
    the ice cream
    – frozen dessert containing cream and sugar and flavoring 2
    the ice
    – a frozen dessert with fruit flavoring (especially one containing no milk) 2
    • ice [the ~] sustantivo

Translation Matrix for ijs:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ice bevroren water; consumptie-ijs; ijs; ijsje; roomijs
ice cream consumptie-ijs; ijs; ijsje; roomijs
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ice glaceren; glazuren; met glazuur bedekken; verglazen

Palabras relacionadas con "ijs":


Definiciones relacionadas de "ijs":

  1. bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz.1
    • ik wil graag aardbeienijs1
  2. bevroren water1
    • als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen1

Wiktionary: ijs

ijs
noun
  1. dessert
  2. frozen dessert
  3. water in frozen form

Cross Translation:
FromToVia
ijs ice EisWasser im festen Aggregatzustand; gefrorenes Wasser
ijs ice; ice cream Eiskurz für: Speiseeis, eine gefrorene Süßspeise
ijs ice glace — Eau à l’état solide.