Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. innerlijk:


Neerlandés

Traducciones detalladas de innerlijk de neerlandés a inglés

innerlijk:

innerlijk adj.

  1. innerlijk (binnenste)
  2. innerlijk (geestelijk; inwendig)

innerlijk [znw.] sustantivo

  1. innerlijk (psyche)
    the psyche; the soul; the spirit

Translation Matrix for innerlijk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
inner binnenkant; binnenste; binnenzijde; middelste
inside binnenkant; binnenzijde
interior binnenkant; binnenzijde; interieur; inwendige
internal inwendige
psyche innerlijk; psyche
soul innerlijk; psyche aandrift; aard; daadkracht; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; kracht; mentaliteit; momentum; natuur; puf; werklust; ziel
spirit innerlijk; psyche aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; gedistilleerde drank; gestookte alcohol; kracht; momentum; puf; spiritus; werklust
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
inner binnenste; innerlijk
interior binnenste; innerlijk
internal binnenste; innerlijk binnenlands; intern; inwendig
spiritual geestelijk; innerlijk; inwendig geestelijk; geestelijke; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; onstoffelijk; religieus; spiritueel; spirituele; vroom
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
inside aan de binnenkant; binnen; binnenin
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
inside binnenste; innerlijk binnen; binnenshuis; binnenskamers; naar binnen
inward binnenste; innerlijk binnenwaarts; inwaarts; inwendige; naar binnen; van binnen

Palabras relacionadas con "innerlijk":

  • innerlijkheid, innerlijke