Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. intomen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de intomen de neerlandés a inglés

intomen:

intomen verbo (toom in, toomt in, toomde in, toomden in, ingetoomd)

  1. intomen (beteugelen; beheersen)
    to restrain; to check; to curb
    • restrain verbo (restrains, restrained, restraining)
    • check verbo (checks, checked, checking)
    • curb verbo (curbs, curbed, curbing)
  2. intomen (beheersen; bedwingen; beteugelen; matigen; bedaren)
    to control; to moderate; to subdue; to keep back
    • control verbo (controls, controlled, controlling)
    • moderate verbo (moderates, moderated, moderating)
    • subdue verbo (subdues, subdued, subdueing)
    • keep back verbo (keeps back, kept back, keeping back)

Conjugaciones de intomen:

o.t.t.
  1. toom in
  2. toomt in
  3. toomt in
  4. tomen in
  5. tomen in
  6. tomen in
o.v.t.
  1. toomde in
  2. toomde in
  3. toomde in
  4. toomden in
  5. toomden in
  6. toomden in
v.t.t.
  1. heb ingetoomd
  2. hebt ingetoomd
  3. heeft ingetoomd
  4. hebben ingetoomd
  5. hebben ingetoomd
  6. hebben ingetoomd
v.v.t.
  1. had ingetoomd
  2. had ingetoomd
  3. had ingetoomd
  4. hadden ingetoomd
  5. hadden ingetoomd
  6. hadden ingetoomd
o.t.t.t.
  1. zal intomen
  2. zult intomen
  3. zal intomen
  4. zullen intomen
  5. zullen intomen
  6. zullen intomen
o.v.t.t.
  1. zou intomen
  2. zou intomen
  3. zou intomen
  4. zouden intomen
  5. zouden intomen
  6. zouden intomen
en verder
  1. ben ingetoomd
  2. bent ingetoomd
  3. is ingetoomd
  4. zijn ingetoomd
  5. zijn ingetoomd
  6. zijn ingetoomd
diversen
  1. toom in!
  2. toomt in!
  3. ingetoomd
  4. intomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for intomen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
check cheque; controleren; schaak
control afstelknop; beheer; beheersing; bescherming; bestrijding; besturing; besturingselement; bewaking; controle; hoede; mate van bekwaamheid; surveillance; toezicht; voogdij; zeggenschap; zelfbeheersing; zorg
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
check beheersen; beteugelen; intomen aankruisen; bekijken; beproeven; bezichtigen; checken; controleren; examineren; hertellen; iets opzoeken; inspecteren; keuren; merken; nagaan; nakijken; narekenen; natellen; natrekken; nazoeken; onderzoeken; overhoren; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; verifiëren
control bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen bedwingen; bekijken; beproeven; beteugelen; bezichtigen; controleren; examineren; in bedwang houden; inbinden; inspecteren; keuren; manipuleren; onder gezag brengen; onderwerpen; onderzoeken; overhoren; schouwen; temmen; testen; toetsen; zich bedwingen
curb beheersen; beteugelen; intomen
keep back bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; inhouden; inslikken; onderdrukken; rustig blijven; terughouden
moderate bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen bemakkelijken; besparen; dempen; geld besparen; matigen; met mate gebruiken; minder gebruiken; simplificeren; temperen; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen; zich matigen
restrain beheersen; beteugelen; intomen achterhouden; afhouden; bedwingen; beletten; beteugelen; dempen; ervanaf houden; geen afstand doen van; houden; in bedwang houden; inhouden; matigen; temperen; weerhouden; zich matigen
subdue bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; temmen; terughouden
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
moderate billijk; gematigd; geschikt; getemperd; middelmatige; moderaat; redelijk; schappelijk
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
check ruiten

Wiktionary: intomen

intomen
verb
  1. bedwingen, doen matigen van (heftige) emoties
intomen
verb
  1. to confine
  2. restrain, rein in
  3. To check, restrain.