Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. inweken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de inweken de neerlandés a inglés

inweken:

inweken verbo (week in, weekt in, weekte in, weekten in, ingeweekt)

  1. inweken
    to soak
    • soak verbo (soaks, soaked, soaking)

Conjugaciones de inweken:

o.t.t.
  1. week in
  2. weekt in
  3. weekt in
  4. weken in
  5. weken in
  6. weken in
o.v.t.
  1. weekte in
  2. weekte in
  3. weekte in
  4. weekten in
  5. weekten in
  6. weekten in
v.t.t.
  1. heb ingeweekt
  2. hebt ingeweekt
  3. heeft ingeweekt
  4. hebben ingeweekt
  5. hebben ingeweekt
  6. hebben ingeweekt
v.v.t.
  1. had ingeweekt
  2. had ingeweekt
  3. had ingeweekt
  4. hadden ingeweekt
  5. hadden ingeweekt
  6. hadden ingeweekt
o.t.t.t.
  1. zal inweken
  2. zult inweken
  3. zal inweken
  4. zullen inweken
  5. zullen inweken
  6. zullen inweken
o.v.t.t.
  1. zou inweken
  2. zou inweken
  3. zou inweken
  4. zouden inweken
  5. zouden inweken
  6. zouden inweken
en verder
  1. is ingeweekt
diversen
  1. week in!
  2. weekt in!
  3. ingeweekt
  4. inwekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

inweken [znw.] sustantivo

  1. inweken (weken)
    the soaking; the softening

Translation Matrix for inweken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
soak dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap
soaking inweken; weken
softening inweken; weken matiging; mindering; moderatie; tempering; verweking
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
soak inweken afweken; doortrekken met vloeistof; doorweken; drenken; in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
softening verzachtend