Interglot - "journalist" traducido de neerlandés a inglés

Resumen

Neerlandés a inglés: más información...

journalist:
- journalist; newspaperman; pressman; rapporteur; commentator; reporter; informant; publicist; informer
Wiktionary:
- journalist → journalist, reporter
- journalist → journalist, magaziner, female journalist, reporter

Neerlandés

Traducciones detalladas de journalist de neerlandés a inglés

de journalist (verslaggever; reporter)
the journalist; the newspaperman; the pressman
- journalist [the ~] sustantivo
- newspaperman [the ~] sustantivo
- pressman [the ~] sustantivo
de journalist (verslaggever; rapporteur; referent; correspondent; reporter; berichtgever; commentator)
the rapporteur; the commentator; the reporter; the informant; the publicist; the informer
- rapporteur [the ~] sustantivo
- commentator [the ~] sustantivo
- reporter [the ~] sustantivo
- informant [the ~] sustantivo
- publicist [the ~] sustantivo
- informer [the ~] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
commentator	berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever	correspondent; journalist ter plaatse; uitlegger; uitlegster; verklaarder; verklaarster
informant	berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever	informant; informante; tipgever; woordvoerder; zegsman
informer	berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever	aanbrenger; geheim agent; informant; klikspaan; politie-informant; politiespion; tipgeefster; tipgever; verklikker; verklikkerlichtje; woordvoerder; zegsman
journalist	journalist; reporter; verslaggever	journaliste; reportster; verslaggeefster
newspaperman	journalist; reporter; verslaggever	krante-eigenaar
pressman	journalist; reporter; verslaggever
publicist	berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever	publicist
rapporteur	berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever	woordvoerder; zegsman
reporter	berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever	correspondent; journalist ter plaatse; journaliste; melder; reportster; verslaggeefster

wie stukken schrijft over het nieuws of reportages maakt¹
- de journalist interviewde de minister¹

journalist

noun

verslaggever, iemand die nieuwsfeiten publiceert
- journalist → journalist; reporter

journalist

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• journalist	→ journalist; magaziner	↔ Journalist — jemand, der beruflich für Zeitungen, Zeitschriften oder andere Massenmedium arbeitet und Informationen beschafft und verbreitet
• journalist	→ journalist; female journalist; reporter	↔ journaliste — Celui, celle qui faire, qui rédiger un journal, qui travailler, comme rédacteur, à un journal.