Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. kiften:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kiften de neerlandés a inglés

kiften:

kiften verbo (kift, kiftte, kiftten, gekift)

  1. kiften (ruzie maken; ruziën; twisten; krakelen; kijven)
    to quarrel; to make trouble; to wrangle; to bicker; to altercate
    • quarrel verbo (quarrels, quarreled, quarreling)
    • make trouble verbo (makes trouble, made trouble, making trouble)
    • wrangle verbo (wrangles, wrangled, wrangling)
    • bicker verbo (bickers, bickered, bickering)
    • altercate verbo (altercates, altercated, altercating)
  2. kiften (kibbelen)
    squabble; to bicker

Conjugaciones de kiften:

o.t.t.
  1. kift
  2. kift
  3. kift
  4. kiften
  5. kiften
  6. kiften
o.v.t.
  1. kiftte
  2. kiftte
  3. kiftte
  4. kiftten
  5. kiftten
  6. kiftten
v.t.t.
  1. heb gekift
  2. hebt gekift
  3. heeft gekift
  4. hebben gekift
  5. hebben gekift
  6. hebben gekift
v.v.t.
  1. had gekift
  2. had gekift
  3. had gekift
  4. hadden gekift
  5. hadden gekift
  6. hadden gekift
o.t.t.t.
  1. zal kiften
  2. zult kiften
  3. zal kiften
  4. zullen kiften
  5. zullen kiften
  6. zullen kiften
o.v.t.t.
  1. zou kiften
  2. zou kiften
  3. zou kiften
  4. zouden kiften
  5. zouden kiften
  6. zouden kiften
diversen
  1. kift!
  2. kift!
  3. gekift
  4. kiftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kiften:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
quarrel botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; kwestie; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
squabble debat; dispuut; geschil; kwestie; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
wrangle geschil; kwestie; ruzie; twist
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
altercate kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten
bicker kibbelen; kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten kibbelen
make trouble kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten
quarrel kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekampen; bekvechten; bestrijden; bevechten; hakketakken; in onmin geraken; knokken; matten; ruzieën; strijden; twisten; vechten
squabble kibbelen; kiften kibbelen
wrangle kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten

Wiktionary: kiften

kiften
verb
  1. intr|nld ruzie maken