Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/inglés ->Traducir kleding

Traducir kleding de neerlandés a inglés

Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. kleding:
  2. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de kleding de neerlandés a inglés

kleding:

kleding [de ~ (v)] sustantivo

  1. de kleding (kleren; tenue; plunje)
    the clothes; the clothing; the outfit; the garments; the costume; the gear; the attire; the togs; the garb
  2. de kleding
    the dress; the clothes; the apparel; the wearing apparel
    – clothing in general 1
    • dress [the ~] sustantivo
      • fastidious about his dress1
    • clothes [the ~] sustantivo
      • he always bought his clothes at the same store1
    • apparel [the ~] sustantivo
      • she was refined in her choice of apparel1
    • wearing apparel [the ~] sustantivo

Translation Matrix for kleding:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
apparel kleding
attire kleding; kleren; plunje; tenue benodigde; gewaad; kledij; kleren; livrei; monstering; opschik; opsmuk; outfit; outillage; smuk; tenue; uitdossing; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
clothes kleding; kleren; plunje; tenue gewaad; goed; kledij; kleertjes; kleren; tenue; uniform
clothing kleding; kleren; plunje; tenue aandoen; aankleden; aantrekken; gewaad; kleden; kledingstuk; kleren; tenue; uniform
costume kleding; kleren; plunje; tenue dracht; kostuum; maatpak; mantelkostuum; pak; tenue; uitdossing; uniform; verwachting; zwangerschap
dress kleding dracht; gewaad; japon; jurk; jurkje; kleren; livrei; robe; tenue; uitdossing; uniform; verwachting; zwangerschap
garb kleding; kleren; plunje; tenue gewaad; jurk; kledij; kleren; robe; tenue
garments kleding; kleren; plunje; tenue gewaad; jurk; kleren; robe; tenue; uniform
gear kleding; kleren; plunje; tenue benodigde; gareel; harnas; monstering; outfit; outillage; schakelinrichting; tandrad; tandwiel; toom; tuig; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering; versnelling
outfit kleding; kleren; plunje; tenue benodigde; gewaad; kleren; livrei; monstering; outfit; outillage; tenue; uitmonstering; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; uitzet; uniform; versiering
togs kleding; kleren; plunje; tenue kloffie
wearing apparel kleding
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dress aandoen; aankleden; aantrekken; afwerken; garneren; kleden; opmaken; opsmukken; schotels garneren; uitmonsteren; versieren; zich aankleden; zich kleden; zich tooien

Definiciones relacionadas de "kleding":

  1. kleren2
    • welke kleding draag jij op het feest?2

Wiktionary: kleding

kleding
noun
  1. het textiel voor de bedekking van het lichaam
kleding
noun
  1. outward appearance; attire; dress
  2. apparel
  3. clothes
  4. clothing
Cross Translation:
FromToVia
• kleding → clothing; dress; clothes ↔ Kleidung — Gesamtheit der Kleider [2]
• kleding → stake ↔ mise — mise (f)
• kleding → dress; attire ↔ toilette — Ensemble de vêtements et accessoires d’une femme.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de kleding







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0465 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos