Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
command
|
|
aanvoeren; aanvoering; aanwijzing; autoriteit; beheersing; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dienstorder; dwangbevel; gebod; gezag; heerschappij; instructie; leiding; macht; mate van bekwaamheid; opdracht; oppperbevel; order; taak; voorgaan; voorschrift
|
lead
|
|
aanknopingspunt; aanvoeren; aanvoering; aanwijzing; elektrische geleiding; geleiding; leiding; lood; naaiplombe; plombe; potentiële klant; sales lead; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; voorgaan; voorsprong; wenk
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
command
|
aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten
|
aanvoeren; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; leiden; leidinggeven; opdragen; verordenen; verordonneren
|
direct
|
aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten
|
begeleiden; dirigeren; gebieden; gelasten; leiden; meevoeren; orkest dirigeren; regisseren; verwijzen; verwijzen naar; voeren; voorschrijven
|
lead
|
aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten
|
begeleiden; in goede banen leiden; leiden; loden; meevoeren; van loodglazuur voorzien; voeren
|
preside
|
aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten
|
aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
direct
|
|
directe; frontaal; klassikaal; openlijk; ronduit
|