Neerlandés

Traducciones detalladas de lust de neerlandés a inglés

lust:

lust [de ~ (m)] sustantivo

  1. de lust (genot; drift; genoegen; wellust)
    the lust; the passion; the desire; the urge; the frenzy; the craze; the ardor; the rankness; the ardour
    • lust [the ~] sustantivo
    • passion [the ~] sustantivo
    • desire [the ~] sustantivo
    • urge [the ~] sustantivo
    • frenzy [the ~] sustantivo
    • craze [the ~] sustantivo
    • ardor [the ~] sustantivo, americano
    • rankness [the ~] sustantivo
    • ardour [the ~] sustantivo, británico
  2. de lust (heftig verlangen; begeerte)
    the lust; the desire; the passionate desire; the craving; the hunger; the passion
  3. de lust (eetlust; zin; trek)
    the appetite; the hunger
  4. de lust (plezier; genoegen; pret; )
    the pleasure; the fun; the amusement; the passion; the lust
  5. de lust (seksuele begeerte; drift)
    the sexual desire; the lust; the passion
  6. de lust (verlangen; wensen; smachten; zucht; begeren)
    the desire; the wish; the yearning; the craving; the wanting; the longing
  7. de lust (geilheid; opgewondenheid; hitsigheid; zin)
    the horniness; the lewdness; the randiness; the the hots

Translation Matrix for lust:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
amusement genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret amusement; hilariteit; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier
appetite eetlust; lust; trek; zin honger; hongergevoel; hongerigheid; trek
ardor drift; genoegen; genot; lust; wellust drift; elan; genegenheid; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; innigheid; liefde; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur
ardour drift; genoegen; genot; lust; wellust drift; elan; genegenheid; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; innigheid; liefde; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur
craving begeerte; begeren; heftig verlangen; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; ademstoot; begeerte; drang; drift; hunkering; impuls; neiging; verlangen; wens; zucht
craze drift; genoegen; genot; lust; wellust gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; manie; overdreven voorliefde; overgave; passie; pathologische opgewondenheid; rage; vurigheid; vuur
desire begeerte; begeren; drift; genoegen; genot; heftig verlangen; lust; smachten; verlangen; wellust; wensen; zucht begeerte; hevig verlangen; hunkering; verlangen; wens
frenzy drift; genoegen; genot; lust; wellust dolheid; furie; razernij; roes; uitzinnigheid
fun genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret aardigheid; gein; grap; grapjes; jolijt; jool; keet; kluchtigheid; koddigheid; leukheid; leut; lol; lolletjes; plezier; pret; pretmakerij; schertsen; uiting van vrolijkheid
horniness geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin
hunger begeerte; eetlust; heftig verlangen; lust; trek; zin honger; hongergevoel; hongerigheid; trek
lewdness geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin
longing begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkeren; hunkering; smachten; verlangen; wens
lust begeerte; drift; genoegen; genot; heftig verlangen; jool; leut; lust; plezier; pret; seksuele begeerte; wellust wellustigheid
passion begeerte; drift; genoegen; genot; heftig verlangen; jool; leut; lust; plezier; pret; seksuele begeerte; wellust bezetenheid; devotie; drift; genegenheid; gevoel; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; ijver; inzet; obsessie; overgave; passie; sentiment; toegewijdheid; toewijding; trouw; vurigheid; vuur; zorgzaamheid
passionate desire begeerte; heftig verlangen; lust
pleasure genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; gein; geneugte; genieten; genoegen; genot; hilariteit; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vrolijkheid; welgevallen
randiness geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin
rankness drift; genoegen; genot; lust; wellust
sexual desire drift; lust; seksuele begeerte
the hots geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin
urge drift; genoegen; genot; lust; wellust aandrift; drift; instinct
wanting begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
wish begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hevig verlangen; laatste wens; opzet; plan; verlangen; voornemen; wens; wil
yearning begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkering; verlangen; wens
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
desire begeren; hunkeren; sterk verlangen; verlangen
hunger een sterke begeerte hebben naar; hongeren; hongeren naar; hongerlijden; verhongeren; verrekken
urge aandrijven; aandringen; aanhouden; aansporen; aanzetten; aanzetten tot; animeren; instigeren; manen; met aandrang herinneren; op iets aandringen; opkrikken; opwekken; prikkelen; provoceren; rappelleren; stimuleren
wish begeren; toewensen; verlangen; wensen; willen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
longing hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend
yearning hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend

Palabras relacionadas con "lust":


Wiktionary: lust

lust
noun
  1. seksueel verlangen
  2. behoefte of verlangen iets te doen
  3. plezier, genot
lust
noun
  1. general want or longing
  2. delightful cause of joy, pleasure
  3. strong desire, especially of a sexual nature

Cross Translation:
FromToVia
lust covetousness; covetise; lust convoitisedésir immodéré, dérégler.
lust desire; want; wish désir — Traductions à trier suivant le sens
lust passion; lust passion — désuet|fr Grandes douleurs, souffrance.
lust desire; want; wish; congratulation; ambition; aspiration souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.
lust lust; sexual pleasure voluptéplaisir des sens.

lusten:

lusten verbo (lust, lustte, lustten, gelust)

  1. lusten (houden van; lekker vinden)
    to like; to fancy; have a taste for; to be fond of

Conjugaciones de lusten:

o.t.t.
  1. lust
  2. lust
  3. lust
  4. lusten
  5. lusten
  6. lusten
o.v.t.
  1. lustte
  2. lustte
  3. lustte
  4. lustten
  5. lustten
  6. lustten
v.t.t.
  1. heb gelust
  2. hebt gelust
  3. heeft gelust
  4. hebben gelust
  5. hebben gelust
  6. hebben gelust
v.v.t.
  1. had gelust
  2. had gelust
  3. had gelust
  4. hadden gelust
  5. hadden gelust
  6. hadden gelust
o.t.t.t.
  1. zal lusten
  2. zult lusten
  3. zal lusten
  4. zullen lusten
  5. zullen lusten
  6. zullen lusten
o.v.t.t.
  1. zou lusten
  2. zou lusten
  3. zou lusten
  4. zouden lusten
  5. zouden lusten
  6. zouden lusten
diversen
  1. lust!
  2. lust!
  3. gelust
  4. lustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lusten [de ~] sustantivo, plural

  1. de lusten (genietingen)
    the lusts
    • lusts [the ~] sustantivo
  2. de lusten (wellusten)
    the lecheries; the voluptuousnesses; the lusts; the sensualities

Translation Matrix for lusten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fancy bui; gril; keuze; kuur; luim; nuk; smaak; voorkeur; voorliefde
lecheries lusten; wellusten
lusts genietingen; lusten; wellusten
sensualities lusten; wellusten
voluptuousnesses lusten; wellusten
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
be fond of houden van; lekker vinden; lusten beminnen; houden van; liefhebben
fancy houden van; lekker vinden; lusten aanstaan; believen; goeddunken; visualiseren
have a taste for houden van; lekker vinden; lusten
like houden van; lekker vinden; lusten aanstaan; amuseren; believen; bevallen; conveniëren; genieten; genot hebben van; goeddunken; prettig vinden
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
like dergelijk; dergelijke; dusdanig; evenzo; in overeenstemming met; naar; net zo; zo een; zo'n; zoals; zodanig; zoiets; zowel als; zulk; zulke

Palabras relacionadas con "lusten":


Wiktionary: lusten

lusten
verb
  1. strongly desire
  2. crave sexual contact
  3. enjoy
  4. to have or indulge inordinate desire