Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. magisch:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de magisch de neerlandés a inglés

magisch:

magisch adj.

  1. magisch
  2. magisch (toverachtig)

Translation Matrix for magisch:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
enchanting magisch; toverachtig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; beheksend; bekoorlijk; betoverend; bevallig; boeiend; charmant; dottig; enig; fascinerend; integrerend; intrigerend; knap; lief; mooi; schattig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend
magical magisch; toverachtig beheksend; betoverend
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
fairy-like magisch; toverachtig beheksend; betoverend; droomachtig; feeëriek; idyllisch; sprookjesachtig; toverachtig

Palabras relacionadas con "magisch":

  • magische

Wiktionary: magisch

magisch
adjective
  1. met een bijzondere, bovennatuurlijke betekenis
magisch
adjective
  1. enchanting
  2. relating to magic
  3. featuring illusions that are usually performed for entertainment
  4. having supernatural talents, properties or qualities
  5. Producing extraordinary results; wonderful, amazing