Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. mazzeltje:
  2. mazzel:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de mazzeltje de neerlandés a inglés

mazzeltje:

mazzeltje [het ~] sustantivo

  1. het mazzeltje
    the bit of luck; the chance; the windfall; the godsend

Translation Matrix for mazzeltje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bit of luck mazzeltje buitenkansje; gelukje; gelukkig toeval; meevaller; meevallertje; opsteker; voordeel
chance mazzeltje buitenkansje; gelegenheid; gelukkig toeval; kans; mazzel; meevaller; meevallertje; mogelijkheid; opsteker; tref; voordeel
godsend mazzeltje absolute meevaller; buitenkansje; gelukje; gelukkig toeval; klapper; meevaller; meevallertje; opsteker; topper; tref; voordeel
windfall mazzeltje absolute meevaller; buitenkans; fortuintje; gelukje; klapper; meevaller; meevallertje; topper; tref; voordeel

Palabras relacionadas con "mazzeltje":


mazzel:

mazzel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de mazzel (meevaller)
    the fortunate; the good luck; the chance

Translation Matrix for mazzel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
chance mazzel; meevaller buitenkansje; gelegenheid; gelukkig toeval; kans; mazzeltje; meevaller; meevallertje; mogelijkheid; opsteker; tref; voordeel
fortunate mazzel; meevaller
good luck mazzel; meevaller
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
fortunate fortuinlijk; gelukkig; geslaagd; succesvol; voorspoedig; voorspoedig verlopend

Palabras relacionadas con "mazzel":


Wiktionary: mazzel

mazzel
interjection
  1. (Hebrew/Yiddish) congratulations or good wishes, especially at weddings
phrase
  1. see you later
  2. goodbye

Cross Translation:
FromToVia
mazzel mazel Masselsalopp: günstiger Zufall; unverdientes, unvorhergesehenes, überraschendes Glück