Neerlandés

Traducciones detalladas de meegaand de neerlandés a inglés

meegaand:


Translation Matrix for meegaand:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
submissive onderdanige
yielding aflevering; afstaan; opgave van de strijd; overdracht; overgeven; uitlevering
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
accommodating gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
amenable gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk
complaisant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidwillig; beschaafd; gedienstig; gemanierd; genaakbaar; inschikkelijk; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
compliant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend conform
docile gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam dienstbaar; gedienstig; gehoorzaam; slaafs; tam; volgzaam
flexible buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigbaar; buigzaam; flexibel; lenig; soepel
humble gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam bescheiden; deemoedig; eenvoudig; knechts; nederig; niet voornaam; onderdanig; onderworpen; ootmoedig; serviel; slaafs; van eenvoudige komaf
malleable gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam kneedbaar; plooibaar; smeedbaar; vormbaar; vouwbaar
meek gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam bescheiden; deemoedig; dienstbaar; gedienstig; lijdzaam; nederig; onderdanig; ootmoedig; slaafs; tam; volgzaam
obliging gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gemanierd; genaakbaar; inschikkelijk; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijke; wellevend; welopgevoed; welwillend; willig
pliable gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam aanspreekbaar; beleefd; benaderbaar; beschaafd; buigbaar; flexibel; gemanierd; genaakbaar; kneedbaar; plooibaar; soepel; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vouwbaar; wellevend; welopgevoed
pliant buigzaam; flexibel; meegaand; soepel aanspreekbaar; beleefd; benaderbaar; beschaafd; gemanierd; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
ready gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend af; afgedaan; afgelopen; bereidvaardig; bereidwillig; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; gewillig; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij; welwillend
submissive gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam dienstbaar; gedienstig; gehoorzaam; gelaten; knechts; lankmoedig; lijdzaam; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
supple buigzaam; flexibel; meegaand; soepel buigbaar; flexibel; lenig; soepel
tolerant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend tolerant; verdraagzaam
tractable gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; willig
willing gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend bereid; bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; genegen; gewillig; goedgunstig; welwillend; willig
yielding buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
slavishly gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
servient gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; willig
simple to operate gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar

Palabras relacionadas con "meegaand":


Wiktionary: meegaand


Cross Translation:
FromToVia
meegaand accommodating; good-hearted; agreeable; amenable; compliant; conciliatory; yielding accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout.

meegaan:

meegaan verbo (ga mee, gaat mee, ging mee, gingen mee, meegegaan)

  1. meegaan (vergezellen; begeleiden; chaperonneren; )
    to accompany; to conduct; come along with; to chaperon; to escort; to walk along
    • accompany verbo (accompanies, accompanied, accompanying)
    • conduct verbo (conducts, conducted, conducting)
    • chaperon verbo (chaperons, chaperoned, chaperoning)
    • escort verbo (escorts, escorted, escorting)
    • walk along verbo (walks along, walked along, walking along)

Conjugaciones de meegaan:

o.t.t.
  1. ga mee
  2. gaat mee
  3. gaat mee
  4. gaan mee
  5. gaan mee
  6. gaan mee
o.v.t.
  1. ging mee
  2. ging mee
  3. ging mee
  4. gingen mee
  5. gingen mee
  6. gingen mee
v.t.t.
  1. ben meegegaan
  2. bent meegegaan
  3. is meegegaan
  4. zijn meegegaan
  5. zijn meegegaan
  6. zijn meegegaan
v.v.t.
  1. was meegegaan
  2. was meegegaan
  3. was meegegaan
  4. waren meegegaan
  5. waren meegegaan
  6. waren meegegaan
o.t.t.t.
  1. zal meegaan
  2. zult meegaan
  3. zal meegaan
  4. zullen meegaan
  5. zullen meegaan
  6. zullen meegaan
o.v.t.t.
  1. zou meegaan
  2. zou meegaan
  3. zou meegaan
  4. zouden meegaan
  5. zouden meegaan
  6. zouden meegaan
diversen
  1. ga mee!
  2. gaat mee!
  3. meegegaan
  4. meegaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meegaan:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
conduct gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
escort begeleiding; escorte; geleide; konvooischip; stoet; vergezellen; volgstoet
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
accompany begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen afvoeren; begeleiden; meedragen; wegbrengen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren
chaperon begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
come along with begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
conduct begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen dirigeren; orkest dirigeren
escort begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
walk along begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen begeleiden; wegbrengen

Definiciones relacionadas de "meegaan":

  1. je met die andere(n) verplaatsen of voortbewegen1
    • de tolk gaat mee naar de dokter1

Wiktionary: meegaan

meegaan
verb
  1. op hetzelfde moment dezelfde richting uitgaan
meegaan
verb
  1. to match or equal the amount of poker chips in the pot as the player that bet
  2. to yield in opinion