Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. molesteren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de molesteren de neerlandés a inglés

molesteren:

molesteren verbo (molesteer, molesteert, molesteerde, molesteerden, gemolesteerd)

  1. molesteren
    to molest
    • molest verbo (molests, molested, molesting)
  2. molesteren (mishandelen; pijnigen)
    to torture; to molest; to assault; to beat up; to batter
    • torture verbo (tortures, tortured, torturing)
    • molest verbo (molests, molested, molesting)
    • assault verbo (assaults, assaulted, assaulting)
    • beat up verbo (beats up, beated up, beating up)
    • batter verbo (batters, battered, battering)

Conjugaciones de molesteren:

o.t.t.
  1. molesteer
  2. molesteert
  3. molesteert
  4. molesteren
  5. molesteren
  6. molesteren
o.v.t.
  1. molesteerde
  2. molesteerde
  3. molesteerde
  4. molesteerden
  5. molesteerden
  6. molesteerden
v.t.t.
  1. heb gemolesteerd
  2. hebt gemolesteerd
  3. heeft gemolesteerd
  4. hebben gemolesteerd
  5. hebben gemolesteerd
  6. hebben gemolesteerd
v.v.t.
  1. had gemolesteerd
  2. had gemolesteerd
  3. had gemolesteerd
  4. hadden gemolesteerd
  5. hadden gemolesteerd
  6. hadden gemolesteerd
o.t.t.t.
  1. zal molesteren
  2. zult molesteren
  3. zal molesteren
  4. zullen molesteren
  5. zullen molesteren
  6. zullen molesteren
o.v.t.t.
  1. zou molesteren
  2. zou molesteren
  3. zou molesteren
  4. zouden molesteren
  5. zouden molesteren
  6. zouden molesteren
en verder
  1. ben gemolesteerd
  2. bent gemolesteerd
  3. is gemolesteerd
  4. zijn gemolesteerd
  5. zijn gemolesteerd
  6. zijn gemolesteerd
diversen
  1. molesteer!
  2. molesteert!
  3. gemolesteerd
  4. molesterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for molesteren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
assault aanranden; aanval; aanvallen; attaque; attaqueren; bestorming; offensief; overval; roofoverval; run; stormaanval; stormloop
batter beslag
torture agonie; foltering; grief; kwelling; marteling; nood; pijniging; torment; verschrikking
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
assault mishandelen; molesteren; pijnigen aanranden; aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; geweld gebruiken; overvallen; vrouw aanranden
batter mishandelen; molesteren; pijnigen bombarderen; een klap geven; slaan; vanuit de lucht beschieten
beat up mishandelen; molesteren; pijnigen aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; billekoek geven; een pak slaag geven; iemand toetakelen; in elkaar slaan; in elkaar timmeren; klutsen; toetakelen
molest mishandelen; molesteren; pijnigen
torture mishandelen; molesteren; pijnigen folteren; kwellen; martelen; pijnigen