Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. onbevoegdheid:
  2. onbevoegd:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de onbevoegdheid de neerlandés a inglés

onbevoegdheid:

onbevoegdheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de onbevoegdheid
    the incapability; the incompetence

Translation Matrix for onbevoegdheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
incapability onbevoegdheid incompetentie; onbekwaamheid; ondeskundigheid; ongeschiktheid
incompetence onbevoegdheid incompetentie; onbekwaamheid; ondeskundigheid; ongeschiktheid

Palabras relacionadas con "onbevoegdheid":


onbevoegdheid forma de onbevoegd:

onbevoegd adj.

  1. onbevoegd (incompetent)

Translation Matrix for onbevoegd:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
incompetent incompetent; onbevoegd incapabel; incompetent; lastig; niet schikkend; onbekwaam; ongeschikt; storend
inexpert incompetent; onbevoegd amateuristisch; incapabel; incompetent; onbekwaam; ondeskundig; ongeschikt
unauthorised incompetent; onbevoegd
unauthorized incompetent; onbevoegd
unqualified incompetent; onbevoegd

Palabras relacionadas con "onbevoegd":


Wiktionary: onbevoegd

onbevoegd
adjective
  1. zonder certificaat/beëdiging e.d.