Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. opkikker:
  2. opkikkeren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opkikker de neerlandés a inglés

opkikker:

opkikker [znw.] sustantivo

  1. opkikker (borreltje; hartversterking; borrel; opkikkertje)
    the reviver; the bracer; the nip; the dram
    • reviver [the ~] sustantivo
    • bracer [the ~] sustantivo
    • nip [the ~] sustantivo
    • dram [the ~] sustantivo

Translation Matrix for opkikker:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bracer borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
dram borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje kleine slok; oorlam; slokje
nip borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje borrel; kleine slok; neut; oorlam; slokje; staande receptie
reviver borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje

Palabras relacionadas con "opkikker":


opkikker forma de opkikkeren:

opkikkeren verbo (kikker op, kikkert op, kikkerde op, kikkerden op, opgekikkerd)

  1. opkikkeren (opknappen)
    to cheer up
    – become cheerful 1
    • cheer up verbo (cheers up, cheered up, cheering up)
    to spruce up; to brighten
    • spruce up verbo (spruces up, spruced up, sprucing up)
    • brighten verbo (brightens, brightened, brightening)

Conjugaciones de opkikkeren:

o.t.t.
  1. kikker op
  2. kikkert op
  3. kikkert op
  4. kikkeren op
  5. kikkeren op
  6. kikkeren op
o.v.t.
  1. kikkerde op
  2. kikkerde op
  3. kikkerde op
  4. kikkerden op
  5. kikkerden op
  6. kikkerden op
v.t.t.
  1. ben opgekikkerd
  2. bent opgekikkerd
  3. is opgekikkerd
  4. zijn opgekikkerd
  5. zijn opgekikkerd
  6. zijn opgekikkerd
v.v.t.
  1. was opgekikkerd
  2. was opgekikkerd
  3. was opgekikkerd
  4. waren opgekikkerd
  5. waren opgekikkerd
  6. waren opgekikkerd
o.t.t.t.
  1. zal opkikkeren
  2. zult opkikkeren
  3. zal opkikkeren
  4. zullen opkikkeren
  5. zullen opkikkeren
  6. zullen opkikkeren
o.v.t.t.
  1. zou opkikkeren
  2. zou opkikkeren
  3. zou opkikkeren
  4. zouden opkikkeren
  5. zouden opkikkeren
  6. zouden opkikkeren
diversen
  1. kikker op!
  2. kikkert op!
  3. opgekikkerd
  4. opkikkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opkikkeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
brighten opkikkeren; opknappen blij maken; in verrukking brengen; opklaren; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken; wolken verdwijnen
cheer up opkikkeren; opknappen bemoedigen; blij maken; fleurig maken; opbeuren; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden
spruce up opkikkeren; opknappen gladmaken; gladwrijven
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
cheer up komaan