Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. overwelven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overwelven de neerlandés a inglés

overwelven:

overwelven verbo (overwelf, overwelft, overwelfde, overwelfden, overwelfd)

  1. overwelven (overkappen; dekken)
    to cover; to arch over; roof in
    • cover verbo (covers, covered, covering)
    • arch over verbo (arches over, arched over, arching over)
    • roof in verbo

Conjugaciones de overwelven:

o.t.t.
  1. overwelf
  2. overwelft
  3. overwelft
  4. overwelven
  5. overwelven
  6. overwelven
o.v.t.
  1. overwelfde
  2. overwelfde
  3. overwelfde
  4. overwelfden
  5. overwelfden
  6. overwelfden
v.t.t.
  1. ben overwelfd
  2. bent overwelfd
  3. is overwelfd
  4. zijn overwelfd
  5. zijn overwelfd
  6. zijn overwelfd
v.v.t.
  1. was overwelfd
  2. was overwelfd
  3. was overwelfd
  4. waren overwelfd
  5. waren overwelfd
  6. waren overwelfd
o.t.t.t.
  1. zal overwelven
  2. zult overwelven
  3. zal overwelven
  4. zullen overwelven
  5. zullen overwelven
  6. zullen overwelven
o.v.t.t.
  1. zou overwelven
  2. zou overwelven
  3. zou overwelven
  4. zouden overwelven
  5. zouden overwelven
  6. zouden overwelven
diversen
  1. overwelf!
  2. overwelft!
  3. overwelfd
  4. overwelvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overwelven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cover afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
arch over dekken; overkappen; overwelven
cover dekken; overkappen; overwelven afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkoepelen; overtrekken; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
roof in dekken; overkappen; overwelven