Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. plot:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de plot de neerlandés a inglés

plot:

plot [de ~ (m)] sustantivo

  1. de plot (verwikkeling; intrige)
    the plot; the entanglement; the intrige; the interlocking

Translation Matrix for plot:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
entanglement intrige; plot; verwikkeling
interlocking intrige; plot; verwikkeling verstrengeling; vervlechting
intrige intrige; plot; verwikkeling
plot intrige; plot; verwikkeling bouwterrein; complot; gebied; kavel; perceel; samenspanning; samenzwering; terrein
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
plot bedenken; beramen; complotteren; plan beramen; plannen; verzinnen; zinnen

Palabras relacionadas con "plot":


Wiktionary: plot

plot
noun
  1. het overzicht van wat er gebeuren in een verhaal, film, boek etc
plot
noun
  1. graph or diagram