Inicio
Diccionarios
Word Fun
Acerca de
Feedback
In English
Inicio
->
Diccionarios
->
neerlandés/inglés
->Traducir routine
Traducir
routine
de neerlandés a inglés
Buscar
Eliminar anuncios
Resumen
Neerlandés a inglés:
más información...
routine:
practice
;
experience
;
routine
;
skill
;
practise
Neerlandés
Traducciones detalladas de
routine
de neerlandés a inglés
routine:
routine
[
de ~ (v)
]
sustantivo
de routine
(
ervaring
;
praktijk
)
the
practice
;
the
experience
;
the
routine
;
the
skill
;
the
practise
practice
[
the ~
]
sustantivo
,
americano
experience
[
the ~
]
sustantivo
routine
[
the ~
]
sustantivo
skill
[
the ~
]
sustantivo
practise
[
the ~
]
sustantivo
,
británico
Translation Matrix for routine:
Noun
Traducciones relacionadas
Other Translations
experience
ervaring
;
praktijk
;
routine
belevenis
;
beleving
;
bevinding
;
ervaring
;
meemaken van een gebeurtenis
;
ondervinden
;
ondervinding
practice
ervaring
;
praktijk
;
routine
aanwenden
;
aanwending
;
dokteren
;
gebruik
;
oefening
;
oplappen
;
toepassing
;
uitoefening
;
vaardigheidsoefening
;
werkervaring
practise
ervaring
;
praktijk
;
routine
aanwenden
;
aanwending
;
dokteren
;
gebruik
;
oefening
;
oplappen
;
toepassing
;
uitoefening
;
vaardigheidsoefening
;
werkervaring
routine
ervaring
;
praktijk
;
routine
aanpak
;
arbeidsmethodiek
;
methode
;
sleur
;
werkmethode
;
werkwijze
skill
ervaring
;
praktijk
;
routine
behendigheid
;
bekwaamheid
;
deskundigheid
;
handigheid
;
kennis van zaken
;
kunde
;
kundigheid
;
kunst
;
kunstgreep
;
kunstje
;
truc
;
vaardigheid
;
vakarbeid
;
vakkundigheid
;
vakmanschap
;
vakwerk
Verb
Traducciones relacionadas
Other Translations
experience
beleven
;
ervaren
;
ervaren als
;
gewaarworden
;
ondervinden
;
voelen
practice
aangrijpen
;
aanwenden
;
bekwamen
;
benutten
;
beoefenen
;
bezigen
;
coachen
;
gebruik maken van
;
gebruiken
;
hanteren
;
harden
;
herhalen
;
instuderen
;
leren
;
oefenen
;
ontwikkelen
;
praktiseren
;
repeteren
;
sport uitoefenen
;
toepassen
;
trainen
;
uitoefenen
practise
aangrijpen
;
aanwenden
;
bekwamen
;
benutten
;
beoefenen
;
bezigen
;
coachen
;
gebruik maken van
;
gebruiken
;
hanteren
;
harden
;
herhalen
;
instuderen
;
leren
;
oefenen
;
ontwikkelen
;
praktiseren
;
repeteren
;
sport uitoefenen
;
toepassen
;
trainen
;
uitoefenen
Palabras relacionadas con "routine":
routines
Traducciones automáticas externas:
Eliminar anuncios
Eliminar anuncios